Virussen zullen ooit internet lamleggen

Algemeen Dagblad, 29 december 2005

In 1994 schreef ik in het Utrechts Nieuwsblad een ongelooflijk visionaire column over een onderwerp waar ik toen geen bit verstand van had en waarvan ik ook heden ten dage vrijwel niets snap. De redactie van de krant had destijds namelijk in een van mijn computer afkomstige diskette (weet u nog: diskettes?) een of ander virus gevonden dat de hele krant bedreigde.

Toegegeven, in die dagen hoereerde ik elektronisch gezien nog uiterst onveilig rond.

Mijn voorspelling was – me ingefluisterd door mijn vriend Paul – dat er een wereldwijde intelligentiestrijd zou losbarsten tussen makers van virussen en bestrijders ervan.

Tegenwoordig dwaal ik rond beschermd door virusscanners, ad-watchers, spy-alerts, firewalls en alle mogelijk andere digitale condooms en beflapjes, en toch heb ik gisteren wederom een smerige digitale gonorroe opgelopen.

Via het altijd grappige ‘hersenscheet.com’ kwam ik terecht op wat schimmige pagina’s met even ludieke als lubrieke filmpjes, waarna mijn systeem plotseling de mededeling gaf dat mijn computer geïnfecteerd was door een vijandig programma. Of ik wilde dat mijn systeem daar iets aan zou doen.

Tja,’ zei Paul, toen hij hoorde dat ik daarop yes had aangeklikt: ‘Dat had je dus niet moeten doen.’

Acht uur later was de indringer nog niet verdreven.

Inmiddels surf ik niet meer met Windows Explorer, maar een browser genaamd Opera, en durf ik wederom een omineuze voorspelling te doen: virussen zullen het internet ooit definitief lamleggen.