Algemeen Dagblad, 3 september 2005
Er is een nieuwe man in mijn leven, gisteren diende hij zich aan: Wim van Dijk uit het Westlandse ’s-Gravenzande. Op pagina 3 van deze krant stond het droevige nieuws dat Wim (ik hoop dat ik Wim mag zeggen) zijn tangen, klemmen en boren erbij neerlegt: Wim stopt met werken. En dat is opmerkelijk, want hij was met zijn tachtig jaar ‘de oudste tandarts van Nederland’. Wims assistente – wier moeder nog geboren moest worden toen Wim al in de asems van zijn patiënten hing – krijgt een baby en nu is het moment gekomen om een grens te trekken. Wim zei daarover: “Ik merk dat ik ouder word.” De absurditeit van het nieuws drong gisteren langzaam tot me door. Zijn er instanties die demografische feiten van beroepsgroepen bijhouden? Wanneer stopt de langste zweefvlieginstructeur? Heeft de dikste diamantslijper het nog wel naar zijn zin? Heeft Wim na zijn besluit te stoppen contact gezocht met het daartoe bevoegde tandartsenregistratiemeldpunt, en hebben ze daar direct een persbericht naar buiten gebracht? Wim van Dijk gaat overigens niet stilzitten. Hij heeft zich inmiddels gestort op digitale-videoproductie. Ik verwacht over vijftien jaar het bericht dat Wim van Dijk, de oudste digitale-videoproducent van Nederland, met werken stopt om zich te kunnen ontplooien als de een na oudste edelsmid, dan wel een van de tien laatste stokvissers.