De Volkskrant, 19 november 2010
Lang geleden, op 16 september 1998 voor wie het per se weten wil, kwam ik voor een artikel in het ter ziele gegane blad Rails met een fotograaf aan op het Centraal Station van Manchester. ‘Komen jullie voor de wedstrijd?’, vroeg onze taxichauffeur. Wij wisten niet dat die avond het Champions League-duel Manchester United tegen Barcelona zou worden gespeeld.
Een half uur later reed de taxi voor bij stadion Old Trafford, waar gewoon nog kaarten voor de wedstrijd werden verkocht. En zo belandden wij volslagen onverwacht in de nok van een uitgelaten tribune vol schreeuwende Engelsen. De wedstrijd eindigde in 3-3, en was een van de beste die ik ooit heb gezien. Het team van Alex Ferguson (toen nog geen Sir) wankelde onder voortdurende briljante aanvallen van het Barcelona van Louis van Gaal (toen nog geen Ridder). Op tv is het toch anders, dit soort wedstrijden moet je echt zien in het stadion.
Bij de actualiteit is het raadzaam af en toe te kijken naar bijna vergeten gebeurtenissen uit het verleden. Daarom over het volgende, dat zich een tijd geleden afspeelde, afgelopen dinsdagavond voor wie het per se weten wil. Dat is in het hedendaagse Haagse spectrum alweer een politiek lichtjaar geleden,”
Er is in de tussentijd veel gebeurd, er zijn politici vertrokken en gearriveerd, reputaties gebroken, partijen geschaad.
Waar ik die middag verkeerde, heerste een opgewonden stemming over het in opspraak geraakte PVV-Kamerlid James Sharpe. GeenStijl had juist gemeld dat Sharpe ‘een internationale pornobaron’ zou zijn, met de vermelding van een lijst internetadressen die hij zou bezitten (namen als schwarzefotze.com, maedchenvonnebenan.com en blasenist-geil).
Iemand vroeg of ik zin had om die avond mee te gaan naar het spoeddebat over de geloofwaardigheid van het kabinet. En zo beleefde ik volslagen onverwacht wederom een Champions League-moment. Onderweg naar de publieke tribune ving ik een glimp op van Wilders en zijn tsunami van gelukszoekende volksvertegenwoordigers.
Indrukwekkend om het fenomeen roedeljournalistiek eens in het echt te zien. Vele cameraploegen en verslaggevers wachtten Wilders en zijn fractie op bij een doorgang. Een choreograaf had geen explosievere dans kunnen ontwerpen: de vele kleurige schuimrubberen microfoonkoppen van journalisten gedroegen zich als vissen in een school. Waar Wilders’ mond was, waren zij.
Een paar minuten later begon het debat. Zo belandde ik in de nok van de Tweede Kamer in Vak P, waar door de politieksupporters niet werd geschreeuwd, hoewel de spanning voelbaar was tot bij de boorden van het stadion. Zelfs de suppoosten leken zenuwachtig.
Spits Pechtold koos direct de aanval met een paar strakke dieptepasses. De tegenpartij leek de linies vooralsnog gesloten te houden. Vervolgens kwam linksbuiten Femke Halsema over de flank met een felle charge. Zij wist de aanvoerder van de tegenstander, Geert Wilders, uit te dagen tot een verbeten duel.
Voor het eerst werd mij duidelijk dat Wilders veel scherper is in de aanval dan hij is in de verdediging. Zijn stem begon over te slaan, hij schreeuwde en hij leek niet te geloven in zijn eigen woorden. ‘U zou zich diep moeten schamen’, voegde hij Halsema toe, terwijl het zijn eigen machteloze schaamte was die de ruimte vulde. Dit is op tv toch echt anders, stelde ik vast. Voor dit soort wedstrijden moet je naar het stadion zelf.