FNV Magazine, #2 2018
Een van de FNV-thema’s voor 2018 is ‘Stop werken zonder loon’, wat te maken heeft met de arbeid die uitkeringsgerechtigden verrichten in de de hoop dat hen dit perspectief biedt op een betaalde baan. Het onbetaalde werk is bedoeld om ervaring op te doen of om een tegenprestatie te leveren voor hun uitkering. De vakbonden (en enkele politieke partijen) zijn terecht tegen ‘werk met behoud van uitkering’, om de simpele reden dat mensen voor werk normaal moeten worden betaald.
De slogan ‘Stop werken zonder loon’ wordt — in een ander verband — ook omarmd door zzp’ers, die regelmatig worden gevraagd zich in te spannen zonder dat daar iets tegenover staat. Een tijdje terug ging op Twitter de hashtag #tegendebakker, over dingen die opdrachtgevers tegen freelancers zeggen, wat ze niet tegen bakkers zouden durven. ‘Je krijgt extra naamsbekendheid als jij me nu een brood geeft.’
‘Heb je niet een paar extra bolletjes voor ons, zodat we eventueel een keuze kunnen maken?’
’Zie het als exposure.’
‘We zijn tevreden over je banketstaaf, maar we willen zonder te betalen toch een andere.’
‘Je bent wel een behoorlijke geldwolf hè, dat je honorarium wil voor een tijgerbrood.’ ‘Echte bakkers doen het niet voor het geld.’
Laatst kreeg ik de volgende vraag: ‘We willen voor ons komende nummer graag een “stapelverhaal” waarin steeds iemand een vervolg schrijft op wat een ander heeft geschreven. Jij mag de aftrap doen! We hebben helaas geen vergoeding beschikbaar, maar de publiciteit is natuurlijk erg goed.’
Nu ben ik heus niet mordicus tegen werken zonder loon. Soms is onbetaald werken inderdaad een ‘investering’ (wat een ander woord is: jij mag het risico dragen), soms is het een vriendendienst, soms gaat een zaak of instantie mij aan het hart.
Zo zou ik denk ik wel onbezoldigd een column schrijven voor bijvoorbeeld een milieustichting of een soortgelijke ideële club. Of – als dat nodig zou zijn – voor een vakbondsblad.