Het educatieve online platform NPO Focus (Datum onbekend)
Arnon Grunberg is een van de succesvolste Nederlandse schrijvers, zowel in binnen- als buitenland. Hij heeft een onvoorstelbare productie: van romans, toneelstukken, essays tot vele columns in verschillende bladen en kranten. Collega Ronald Giphart zet het werk en leven van Arnon Grunberg op een rij.
Het originele stuk met alle foto’s en alle filmpjes is hier te vinden.
Grunberg wordt bekend door zijn roman Blauwe maandagen, waarmee hij debuteert op 23-jarige leeftijd. Het boek is autobiografisch en doet onder meer verslag van zijn jeugd in een door de oorlog zwaar getraumatiseerd Joods gezin. Grunberg schrijft schaamteloos en hij wordt al snel zowel de grote belofte als het enfant terrible (verschrikkelijke kind) van de Nederlandse literatuur. Grunberg houdt van schuren en duwen, is dol op polemieken maar spaart zichzelf ook niet.
“Ik heb niet de illusie dat ik als romanschrijver de wereld heel erg kan veranderen.”
Arnon Grunberg wordt geboren als Arnon Yasha Yves Grünberg, op 22 februari 1971 in Amsterdam. Zijn ouders zijn Joods en beide geboren in Berlijn. Zijn vader Hermann Grünberg (1912-1991) is tijdens de Tweede Wereldoorlog ondergedoken op verschillende adressen. Zijn moeder Hannelore Grünberg-Klein (1927-2015) vaart in de zomer van 1939 met haar familie en ongeveer duizend andere Duits-Joodse vluchtelingen op de boot St. Louis naar Cuba, in de hoop op asiel. Na in Cuba te zijn geweigerd reist de boot door naar de Verenigde Staten, maar ook hier worden de vluchtelingen afgewezen. De St. Louis keert terug naar Europa, waar de passagiers worden verdeeld over verschillende landen. Hannelore komt met haar familie in Westerbork terecht. Zij heeft verschillende concentratiekampen overleefd, waaronder Auschwitz. Naar eigen zeggen heeft zij dit te danken aan het feit dat ze door de nazi’s een knap en leuk meisje werd gevonden.
Arnon stelt vragen aan zijn moeder over haar herinneringen aan de oorlog. De hele aflevering zien? Kijk op NPO.nl.
De ouders van Arnon ontmoeten elkaar eind jaren veertig in Amsterdam. In 1963 krijgen zij een dochter, Maniou-Louise. Arnon wordt na acht jaar en even zoveel miskramen geboren. Op het geboortekaartje van Arnon staat in het Frans (zijn vader was volgens Grunberg soms wat snobistisch):
“Arnon Yasha Yves Grünberg maakt zijn entree op deze wereld bekend en geeft u kleine kusjes.”
Hermann Grünberg
Arnon en zijn zus krijgen van Hannelore een Joods-traditionele opvoeding (vader Hermann is agnost ). De kinderen zijn lid van een zionistisch -religieuze jeugdvereniging. Als Arnon elf jaar is vertrekt Maniou definitief naar lsraël, waar zij een orthodox leven gaat leiden. Arnon, die in eerste instantie de lessen plichtsgetrouw maar met gezonde tegenzin volgt, neemt in zijn puberteit afstand van het geloof. De oorlog zal altijd op de achtergrond aanwezig zijn in het gezin Grünberg. Als de jonge Arnon de kamer in komt stampen zegt zijn vader: “Daar komt de Gestapo binnen.”
Dat de ouders van Arnon van elkaar hebben gehouden, betwijfelt Arnon niet, maar bewijzen heeft hij hier nooit van gezien. Wel konden ze goed ruzie maken: “Ze blonken er in uit, en als je ergens in uitblinkt, dan doe je het doorgaans met plezier.”
Grunberg draagt een passage voor uit Blauwe maandagen, waarin hij de relatie van zijn ouders bespreekt. De hele aflevering zien? Kijk op NPO.nl.
De lagere school volgt Arnon op de Montessorischool. Hij is een stille jongen. De mooie verhalen die hij bij thuiskomst aan zijn moeder vertelt zijn vaak verzonnen. Arnon is intelligent, zijn ouders zijn hiermee verguld en hebben zeer hoge verwachtingen van hem. Toch gaat het op het Vossiusgymnasium niet goed met Arnon: hij wordt gezien als dwars en onhandelbaar. In 1988 verlaat hij, op zeventienjarige leeftijd, voortijdig het gymnasium, maar of dit vrijwillig is blijft onduidelijk. Arnon heeft verschillende baantjes. Zijn grote wens is het acteur te worden. Tot zijn grote verdriet wordt hij niet toegelaten bij verschillende toneelopleidingen. Hij krijgt her en der wel wat kleine rolletjes, maar al vrij snel komt hij erachter dat het leven van acteur hem niet bevalt. Hierna vat hij het plan op om uitgever te worden. Ook dit wordt geen succes.
“Er is een noodzaak dat ik elke keer toch maar weet dat podium opga.”
Arnon vindt pas zijn draai als schrijver. Op zijn drieëntwintigste debuteert hij met de autobiografische roman Blauwe maandagen, dat warm wordt onthaald.
Grunberg ontvangt in 1996 het Gouden Ezelsoor, de prijs voor het best verkochte debuut, met zijn boek Blauwe maandagen.
Hannelore vertroetelt hem tot op hoge leeftijd, zo kan Arnon tot zijn dertiende jaar niet zijn eigen veters strikken omdat zijn moeder dit voor hem doet. Hannelore is niet alleen maar een liefhebbende moeder, ze kan vreselijk tekeer gaan en als een blad aan de boom van stemming veranderen. Meerdere malen zal ze verzuchten dat ze het bij de nazi’s makkelijker had dan bij haar man en kinderen. Ook dreigt ze vaak haar gezin in de steek te laten en naar Buenos Aires te vertrekken. De relatie tussen moeder en zoon is vaak moeizaam.
Zijn moeder is in eerste instantie geschokt en gekwetst door Blauwe maandagen, waarna ze hem schrijft “dat zij geen zoon meer heeft”. Later, als het boek een groot succes blijkt te zijn, voelt ze trots en trekt ze bij. Het is nooit Grunbergs bedoeling geweest zijn moeder te kwetsen, hoewel hij wel woedend op haar is tijdens het schrijven. “Uiteindelijk wilde ik niemand fileren, hoogstens mijzelf.”
In College Tour vertelt Arnon Grunberg waarmee hij worstelt nu zijn moeder er niet meer is. De hele aflevering zien? Kijk op NPO.nl.
De omgang tussen Hannelore en Arnon zal pas echt ten goede keren als zij op vergevorderde leeftijd ziek wordt. Arnon zorgt intensief voor haar. Grunberg over deze periode: “Het machtspel is voorbij.” Aan het eind van haar leven hebben Hannelore en Arnon een innige omgang met elkaar. Hannelore overlijdt in 2015.
De schaamteloosheid waarmee Grunberg in Blauwe maandagen schrijft over zijn ouders, zijn eerste grote liefde en zijn hoerenbezoek wordt zeer goed ontvangen. De combinatie van de vaak zwaarmoedige inhoud en de groteske, soms slapstickachtige wijze van opschrijven wordt een handelsmerk van Grunberg. Daarnaast maakt hij veel gebruik van herhalingen en onverwachte metaforen. Zijn dialogen zijn vaak absurd. Grunberg ontvangt voor Blauwe maandagen de Anton Wachterprijs voor het beste debuut en het Gouden Ezelsoor voor best verkochte debuut. Het boek wordt in meerdere talen vertaald. Grunberg wordt bejubeld door Ischa Meijer, Sonja Barend, Kees van Kooten, Adriaan van Dis en Hanneke Groenteman.
Over zijn debuut Blauwe maandagen.
In 1997 volgt zijn tweede roman, Figuranten, die wederom goed wordt ontvangen. Grunberg meet zich de rol van enfant terrible aan. Hij is een welkome verschijning in de media en heeft er plezier in collega’s ‘de waarheid te vertellen’. Over Jeroen Brouwers zegt hij dat deze zonder de literatuur in een sociale werkplaats terecht zou zijn gekomen. “Literatuur wil allang niet meer de hypocrisie en de leugens van de burgerlijke samenleving ontmaskeren, zij wil voor alles gezellig en knus zijn.” Hoe hard Grunberg soms over collega’s oordeelt, hij spaart zichzelf en zijn geliefden niet: “Bovendien is de mens toch vooral een donzen dekbed. Je moet hem een beetje opschudden, wil je er warmte aan onttrekken.”
Arnon Grunberg en Geert Mak in 1998.
In 1995 vertrekt Grunberg naar New York. Hij volgt zijn toenmalige vriendin Marianne, die daar een studie gaat volgen. In eerste instantie is het plan om er een jaar te blijven, maar het leven in New York — zonder hoge verwachtingen — bevalt hem dusdanig dat hij besluit er te blijven. Hij hoeft in deze stad “niet aan het leven te beginnen.” Grunberg manifesteert zich steeds meer als een in New York wonende Europese schrijver en hij zal Nederland met meer afstand beschouwen. Dit stelt hem in staat zijn vaderland de les te lezen, zoals in zijn dagelijkse Voetnoot op de voorpagina van de Volkskrant.
Grunberg vertelt over het leven in New York, en hoe dat verschilt van het leven in Amsterdam.
In de jaren die volgen heeft Grunberg een ongelofelijke productie. Hij schrijft meerdere bekroonde bestsellers (Fantoompijn in 2000, De asielzoeker in 2003, Tirza in 2006 en Moedervlekken in 2016), toneelstukken, filmscripts, essays, reisverhalen, journalistieke stukken en columns. Ook zal hij onder het pseudoniem Marek van der Jagt publiceren.
Grunberg schrijft tussen de vijf- en zevenhonderd woorden per dag. Naar eigen zeggen heeft hij zo’n hoog arbeidsethos op voorspraak van zijn vader: “Niets helpt, werk is het enige medicijn.” Schrijven voorkomt teveel nadenken over het onrecht dat mensen wordt aangedaan en het helpt tegen ongeluk.
Hij heeft een grote fascinatie voor dit begrip. In het echte leven ervaart hij regelmatig schaamte en onzekerheid. Bij geliefden en vrienden vindt hij het onprettig te veel van zijn innerlijke roerselen te tonen, uit angst zich te kwetsbaar op te stellen: hij krijgt immers zelden de reactie die hij wil. Aan medelijden heeft hij een hekel, het maakt onderdanig, minder dan een ander. Schaamte speelt al vroeg een rol in zijn leven, zo zal hij zich als kind schamen voor zijn moeder en voor zijn kapsel: “Ik vond mijn haar heel erg, het was een enorme bos krullen en kinderen zeiden dat ik een vogelnestje had.”
Ook schaamt Grunberg zich voor zijn oude vader en voor dat schaamtegevoel schaamt hij zich dan ook weer. Om zich te ontworstelen aan de allesoverheersende schaamte gaat hij toneelspelen: “Toneel was mijn redding, een manier om op gecontroleerde manier alles te laten zien.”
“Ook op het moment dat je schrijft zit er toch een overwinning van de schaamte in.” De hele aflevering zien? Kijk op NPO.nl.
Schrijven zal ook deze functie vervullen. Hoe moeilijk Grunberg het vindt zich in de dagelijkse sociale omgang te uiten, zo schaamteloos is hij tijdens het schrijven. Tijdens het schrijven kent Grunberg geen enkele terughoudendheid of onzekerheid. Er is dan voldoende afstand gecreëerd tussen hem en de inhoud van het geschrevene. “Ik verbind me aan mensen door over ze te schrijven. Dat is geen overwinning, maar ook geen totale nederlaag.” Grunberg kan zich opwinden als hem gevoelloosheid wordt verweten, misschien voelt hij juist wel te veel.
“Schrijven is de overwinning op schaamte.”
Arnon Grunberg
Grunberg is opgegroeid in een Joods-traditioneel gezin, maar neemt in zijn puberteit afstand van het geloof. Als hij debuteert met Blauwe maandagenafficheert hij zichzelf als Joodse schrijver maar, zegt hij later, dit moet vooral gezien worden als marketingtruc. Nog later zal hij afstand nemen van de Joodse identiteit en “de fictie die Jood heet.” Hij hoopt “steeds minder Joods te worden.” Grunberg ziet zichzelf pertinent niet als deel van de tweede en derde generatie van Joodse oorlogsslachtoffers. Het schuldgevoel dat velen van hen hebben om het door hen niet geleden leed, deelt Grunberg naar eigen zeggen niet. Ook herkent hij zich niet in de literatuur van de tweede generatie: “Het gaat over zulke andere dingen dan waaruit mijn werkelijkheid bestaat. Mijn werkelijkheid heb ik toch als smeriger ervaren.” Grunberg wil dat er een einde komt aan het geklaag en de slachtofferrol van de tweede generatie.
Omdat hij Joods is voelt Grunberg de druk om stelling te nemen over Israël. Volgens hem is Israël een Arabisch land geworden dat de slechte gewoontes van zijn buren heeft overgenomen. Hij sluit niet uit dat hij ooit een tijd zal verblijven in de nederzetting van zijn zus, wier ideeën hij als radicaal ervaart. Uiteraard om er een boek over te schrijven.
Arnon Grunberg brengt een bezoekje aan Israël tijdens de vlaggenparade waarbij Israëliërs vieren dat heel Jeruzalem door Israël werd veroverd.
Eigenlijk niet veel. Grunberg schrijft veelvuldig over liefde en relaties, maar zijn affaires zijn meestal van korte duur. Zijn eerste grote liefde is het meisje Rosie, dat figureert in Blauwe maandagen. Vrouwen met wie Grunberg omgaat hebben er meestal moeite mee dat hij zo’n innige band heeft met zijn moeder en dat hij regelmatig urenlang met haar telefoneert.
Grunberg heeft een sterke band met zijn moeder. Hij spreekt haar moed in wanneer ze in het ziekenhuis ligt. De hele aflevering zien? Kijk op NPO.nl.
Grunberg is de pleegvader van de zoon van voormalige geliefde Marianne, met wie hij nog een goede band heeft. Over liefde en relaties zegt Grunberg in College Tour: “Mijn werk staat op één.”