Het educatieve online platform NPO Focus (Datum onbekend)
Connie Palmen is een schrijfster die grote successen behaalde met boeken als De vriendschap, I.M. en Lucifer. Ze won zowel de AKO (1995) als de Libris Literatuurprijs (2016) en schreef in 2017 het Boekenweekessay. Collega Ronald Giphart zet haar leven en werk op een rij.
Het originele stuk met alle foto’s en alle filmpjes is hier te vinden.
Connie Palmen debuteert en breekt door met haar roman De wetten (1991), een roman waarvan er in het jaar van verschijning 400.000 exemplaren worden verkocht. Daarna schrijft zij bijna dertig boeken, waaronder De vriendschap (1995), Lucifer (2007) en Jij zegt het (2015). Haar boeken zijn erg populair en ook in het buitenland krijgt Palmen grote bekendheid. Ze woont tot zijn dood samen met journalist Ischa Meijer (1943-1995), over wie ze de roman I.M. (1998) schrijft. In 2005 presenteert Palmen het VPRO-programma Zomergasten. Vier jaar later trouwt ze met politicus Hans van Mierlo (1931-2010). Na zijn dood schrijft ze haar Logboek van een onbarmhartig jaar (2011). Een week na het winnen van de Libris Literatuurprijs (2016) kondigt ze aan dat ze het Boekenweekessay van 2017 schrijft:
Palmen vertelt hoe zij werd gevraagd om het Boekenweekessay te schrijven.
Connie Palmen wordt geboren op 25 november 1955 als Aldegonda Petronella Huberta Maria Palmen in het Limburgse Sint Odiliënberg, een dorp in de buurt van Roermond. Het is een landelijke omgeving, met bossen, korenvelden, weilanden en een rivier. Connie groeit samen met haar drie broers op en ze is one of the boys. Haar moeder heeft naar eigen zeggen “vier jongens en Connie is de ergste!”
“Heel bijdehand, altijd geweest.” De hele aflevering zien? Kijk op NPO.nl.
Haar vader is chauffeur van een melkfabriek, haar moeder huisvrouw. Het is een warm katholiek thuis. Haar ouders zijn gelovig maar het zijn geen ‘kwezels’. ‘Vrij denken en doen’ is het credo waarmee Palmen wordt grootgebracht. Kleine Connie is een creatief kind dat graag in de belangstelling staat, ze tekent en speelt toneel (meestal hoofdrollen en als ze die niet krijgt is ze pissig). Vanaf haar kinderjaren is ze bezig met schrijven.
Connie is een erg aanhankelijk kind. Elk afscheid, hoe onbenullig ook, is onoverkomelijk voor haar. Ze is fysiek heel aanhankelijk en wil zich voortdurend in de warmte van een ander lichaam nestelen. Haar moeder is bezorgd over deze aanhankelijkheid: bij Connie is het altijd “groots, definitief, voor altijd, ondertekend”.
In eerste instantie voelt het katholieke geloof voor Connie als een warm bad, maar dit verandert als ze op de mavo van een leraar het werk van J.P. Sartre krijgt te lezen. Sartres existentialisme komt in de plaats voor God.
“Dat had te maken met het verlangen naar rust.”
Op de mavo gaat het leren haar aanvankelijk niet goed af, omdat ze zich – naar later blijkt – enorm verveelt en een buitengewoon hoog IQ heeft. Naar eigen zeggen komt ze zelden iemand tegen die intelligenter is dan zij. Na de mavo gaat ze naar de pedagogische academie en haalt ze tegelijkertijd haar havodiploma. In 1978 vertrekt ze naar Amsterdam om Nederlands en filosofie te studeren. Beide studies rondt ze af, Nederlands cum laude en filosofie ‘bijna cum laude’.
Connies eerste verhaal, De weke krijger, verschijnt in 1988. Het trekt de aandacht van uitgeverij Prometheus. In 1991 komt haar eerste roman uit, De wetten, over de liefde van een vrouw voor zeven mannen die haar de wereld doen begrijpen. Het boek is een succes, ze krijgt lovende kritieken en veel media-aandacht. Kees van Kooten en Wim de Bie verklaren in hun programma Keek op de Week Palmen de liefde en De Bie wil zelfs een afspraakje met haar. Voor De wetten ontvangt Palmen het Gouden Ezelsoor voor het best verkochte literaire debuut van dat jaar en het boek wordt European Novel of the Year 1992. Het wordt in 24 talen vertaald.
Door haar opvallende publieke optredens, frêle verschijning met piekhaar (‘Ponnie Kammen’ wordt ze door een collega genoemd) en haar charmante Limburgse tongval krijgt Connie al snel de status van bekende Nederlander. In het jaar van haar debuut rijdt er tijdens carnaval in Sint Odiliënberg een aan haar boek gewijde praalwagen mee. In 2008 zal vervoersbedrijf Veolia een trein naar Connie Palmen vernoemen.
Bij radioprogramma Een Uur Ischa leert Palmen de journalist Ischa Meijer kennen, die haar nog voor hun ontmoeting – verwijzend naar de mannen in haar roman De wetten – toeroept: “Nummer acht!” Ze krijgen een onstuimige liefdesrelatie, waarin ze elkaar soms ieder kwartier bellen. In zijn column De dikke man noemt Meijer haar “het filosoofje.”
Twee weken voor Meijer op 52-jarige leeftijd onverwachts overlijdt aan een hartaanval verschijnt Palmens tweede roman De vriendschap (1995). De publiciteitscampagne wordt afgeblazen, maar het verkoopsucces is wederom overweldigend. Drie jaar na Meijers dood publiceert Palmen I.M. (1998), een roman over hun liefde.
Connie Palmen wint de AKO Literatuurprijs in 1995.
Connie Palmen maakt in haar boeken veel gebruik van haar eigen leven, ze noemt dit autobiofictie, oftewel een autobiografische fictionele reflectieve stijl. Volgens eigen zeggen beschikt ze over weinig fantasie. Haar hoofdpersonen zijn vaak intelligente vrouwen die hongeren naar kennis en roem. Veel personages uit haar werk zijn herleidbaar tot bestaande figuren, soms zelfs met dezelfde naam. Maar ze zegt ook: “Ik heb ook nog nooit een boek geschreven met als uitgangspunt iets over mijn eigen leven of over een deel van mijn leven uit de doeken te doen. Ik heb mijn lezers nooit beloofd de waarheid neer te zullen schrijven en niets anders dan de waarheid. Integendeel. Het wordt nooit wat met de waarheid.”
In Vrij Nederland schrijft Palmen (1999): “Wat ik zeg door I.M. een roman te noemen, is dat ik de eigenaar ben van de geschiedenis van Ischa Meijer en Connie Palmen, want die geschiedenis, die heb ik zelf gemaakt, die heb ik geschreven, dat is eigen werk. Ik wilde met liefde de dood transformeren van een zinloos lot in een plot met betekenis.” De reacties op I.M. zijn niet mals, er wordt haar verweten dat ze het verlies van Ischa Meijer commercieel uitbuit en dat ze het alleenrecht op hem claimt. Er wordt haar narcisme, machtsvertoon en grootheidswaanzin verweten. De felle kritiek kan de verkoop niet luwen: binnen een paar weken worden er honderdduizend exemplaren verkocht.
Een jaar na de verschijning van I.M. mag Palmen het Boekenweekgeschenk schrijven: De erfenis (recordoplage van 745.000 exemplaren), over ziekte, dood en menselijke relaties. In 2002 verschijnt Geheel de uwe, dat op een meer abstracte manier over het leven en de dood van Ischa gaat.
In het jaar van haar Boekenweekgeschenk ontmoet Palmen de oud-politicus Hans van Mierlo, die op dat moment net minister van Staat is geworden. Palmen zegt over hem in een interview: “Als je dat geen geweldige man vindt, dan deug je niet of je bent krankzinnig.” Ze krijgen een relatie en trouwen op 11 november 2009, een half jaar voor Van Mierlo’s overlijden vanwege leverfalen.
Zijn dood valt Palmen zwaar. Achtenveertig dagen na zijn overlijden begint ze een dagboek over het rouwproces: een rauw rouwboek. Hierin beschrijft ze “een omslag van het noodzakelijke registreren, naar het bewerken en uiteindelijk literair vormgeven van het werk”. Het is deze omslag waardoor het schrijven van dit boek haar steeds meer gaat bevallen en haar brengt wat haar schrijven altijd brengt: het geluk van het maken. In 2011 verschijnt het onder de titel Logboek van een onbarmhartig jaar, dat in Duitsland een enorm succes wordt. De jaren die volgen zijn doordrenkt van verdriet om het overlijden van Hans. Ze wordt liefdevol opgevangen door vrienden en familie. Ook haalt ze veel troost uit ‘werken’, dat ze niet als werk ervaart, maar als een manier van leven.
“Het gekke is: als je rouwt heb je eigenlijk geen werkelijkheid, in een zekere zin leef je puur in de verbeelding.” De hele aflevering zien? Kijk op NPO.nl.
Al van jongs af aan is Connie Palmen bewonderaar van J.P. Sartre en filosofen als Michel Foucault en Jacques Derrida, die haar leren dat taal en waarheid elkaar niet altijd verdragen. Woorden zijn nooit toereikend om de werkelijkheid in alle facetten te beschrijven. Identiteit kun je niet verwoorden, leert Palmen. Identiteit verkrijg je door je relaties met en door de verhalen van anderen. Zoals Palmen schrijft:
Connie Palmen
Palmens werk onderzoekt de kracht van taal. In een interview zegt ze: “In mijn boeken wordt de redding gevonden binnen een terrein waarop de afhankelijkheid voor het personage het minst kwellend en de verworvenheid het grootst is. De wetten, De vriendschap, I.M en De erfenis zijn romans waarin een van de personages dat terrein verovert en dat terrein is dat van de taal.”
Dat haar leven zich daarmee voor een deel in openbaarheid afspeelt is volgens Palmen logisch. Toch levert haar dit vanuit sommige hoeken kritiek op. Critici spreken van ‘Het Circus Palmen’. Connie is de eerste om dit te bevestigen, maar ze is er naar eigen zeggen “erg onverschillig onder.”
Over haar publieke optredens zegt ze: “Ik speel op dat moment een beetje met mezelf. Althans, ik doe dat. Hang óf de clown uit, óf stel mezelf verschrikkelijk aan, óf flirt. Alle dingen waar ik mezelf behoorlijk om kan verachten, zie ik mezelf drievoudig doen voor een groter publiek. Ik heb dat natuurlijk altijd al gedaan, van kinds af aan.”
In 2015 verschijnt, na een stilte van acht jaar de roman Jij zegt het, over de relatie van het dichters-echtpaar Ted Hughes en Sylvia Plath. Persoonlijk geluk hangt volgens Connie Palmen af van de relaties die we hebben met de mensen om ons heen. Het is belangrijk om deze, voor zover mogelijk, zorgvuldig te kiezen en zodoende de regie in handen te houden. In een interview zegt ze daarover: “Ik verlies nooit iemand die ik niet wil verliezen, behalve door de dood. Bij mij is het tot de dood ons scheidt, behalve als ik anders beslis.”
“De Libris Literatuurprijs 2016 gaat naar de roman waarin verlangen en gemis, liefde en dood een huiveringwekkend verbond zijn aangegaan.”
Connie blijft overtuigd kinderloos, want “wie een leven baart, baart ook een dood. Dat is van een hardheid waartegen je je moet wapenen.” Ze heeft haar leven aan een monomaan schrijverschap gegeven. Palmen: “Dat is altijd de inzet van mijn bestaan geweest, en het heeft al mijn tijd, energie en engagement opgeslorpt. Tel daarbij mijn totale verlangen naar overgave in de liefde, en het wordt duidelijk: er was geen plaats voor kinderen.”
Connie Palmen wint de Libris Literatuurprijs 2016 voor het boek: Jij zegt het.