Wim de Bie leert schrijven

Het Parool, 24 november 1995

Boekrecensie: Wim de Bie: Meneer Foppe over de rooie, De Harmonie, ƒ 24,50

Een lang, vermakelijk verhaal voor eindeloze en vooral koude winterdagen: Meneer Foppe over de rooie, het nieuwe boek van Wim de Bie. In 1987 tekende De Bie in Meneer Foppe en het gedoe voor het eerst allerlei kleine beslommeringen op van de verlegen vrijgezel uit Vlaghuizen. Vorig jaar verscheen het vervolg op deze bundel, Meneer Foppe in zijn blootje, en nog net op tijd voor de feestdagen van 1995 heeft De Bie aan zijn bekendste alter ego nu zelfs een hele novelle gewijd.

Tot ik dit boek las, was ik niet bijster onder de indruk van het schrijftalent van Wim de Bie. De Bie heeft het nadeel dat zijn boeken altijd vergeleken worden met die van Kees van Kooten. In deze vergelijking heeft De Bie het voor mij tot nu toe afgelegd, want zowel stilistisch, compositioneel als humoristisch vind ik Van Kooten stukken sterker. Ik heb eens het bange vermoeden opgeschreven dat De Bie louter wordt uitgegeven (en goed verkoopt) omdat hij iedere week een leuk televisieprogramma maakt. Een roman als Morgen zal ik mijn mannetje staan (1990) bijvoorbeeld, waarin De Bie’s evenknie Wim de Bie zich heel actueel met vijftig bekend e Nederlanders moet buigen over de toekomst van de Nederlandse televisie, is in mijn ogen ergerlijk mislukt. In tegenstelling tot Van Kooten weet De Bie in zijn solistische pogingen hun televisie- en langspeelplaathumor niet bevredigend op papier te krijgen.

Wist.

Na lezing van Meneer Foppe over de rooie neem ik mijn bange vermoeden uit de bovenstaande alinea ruiterlijk terug. Het lijkt of De Bie, nu hij een heel boek gebruikt om een paar dagen uit het aandoenlijke leventje van meneer Foppe te beschrijven, eindelijk de rust heeft gevonden eens een afgemeten en goed geconstrueerd verhaal te schrijven. Meneer Foppe over de rooie is Wim de Bie’s Hedonia (het mag-num-opus-tot-nu-toe van Kees van Kooten).

Het begint allemaal rustig in het huishouden van ‘een werkloze-meneer-alleen’. Zich houdend aan vaste patronen en schema’s staat de neurotisch aangelegde meneer Foppe iedere dag goedgemutst op, bereidt hij zijn ontbijt en bezigt hij zijn verdere heden. Zijn lijfspreuk is: ‘Niets is zo fijn als Binnenzijn!’ en zijn enige verzetje is te fantaseren over vrouwen in contactadvertenties. Dan gebeurt er iets vervelends: de verwarming van meneer Foppe valt uit, en dat terwijl een koudegolf het land juist in de tang neemt. ledere normale huurder zou onmiddellijk zijn huisbaas hebben gebeld, maar meneer Foppe is niet voor niets een Einzelgänger: ondanks vele proefgesprekken in zijn hoofd durft hij niet te bellen.

Dan ziet hij op de televisie de hedendaagse yuppengoeroe René Grotebol, die zijn nieuwe boek HOPPAAA! promoot. Meneer Foppe is zo geobsedeerd door Grotbols praatjes dat hij besluit een HOPPAAA.’-seminar te volgen (à ƒ 500). De hilarische scène waarin Grotebol meneer Foppe uit het publiek haalt en hem later uitnodigt om over hete kolen te lopen (‘WILLEN-IS-KUNNEN-IS-ZEGGEN-DAT-JE-‘T-DOET!’) is een van de leukste momenten uit Meneer Foppe over de rooie.

Hoewel meneer Foppe even in de ban is van Grotenbols DHP-methode (Doelbewuste Hersen Programmering) lukt het hem toch niet zijn verwarmingsprobleem op te lossen. Op de televisie laat hij zich vervolgens verleiden door het Wispse medium Javinda, een vrouw die door straling mensen weer beter kan laten worden. Op de bodem van zijn ellende besluit meneer Foppe ook bij haar zijn heil te zoeken. Ik zal niet vertellen hoe dat afloopt, maar het laat zich lezen als een geslaagd item van Deksel van de Desk.