Zo maak je appelbeignets (recept)

Rails Nummer 12-1 – december-januari 1999-2000

Tekst: Mascha Lammes (met dank aan Pierre Wind)

Na een jarenlange strijd lijkt de oliebol definitief te zegevieren over zijn tegenstander de appelflap, de ooit geduchte alliantie van appelflappen, appelmeisjes, appelbollen en appelbeignets. Kostelijke zonde, want de appelbeignets zijn zééér simpel te maken, en hééél lekker. Rails breekt een lans.

Stap 1

Schil een paar appels en ontdoe ze van hun klokhuis. Snijd iedere appel in 4 à 5 ringen. Schud op een bord fijne suiker en kaneel en wentel de appelringen royaal door dit mengsel. Gebruik bij voorkeur zure appels (Granny Smith), maar elstar of de wat ouderwetsere goudrenetten doen het ook prima. Als je veel appels gebruikt, besproei de ringen dan met citroensap om verkleuren en smaakverlies te voorkomen.

Stap 2

Klop van 150 gram gezeefde bloem, 1 eierdooier en 2,5 dl melk een glad beslagje. In plaats van melk kun je ook bier, spuit- of leidingwater gebruiken. Voeg een paar druppels olie toe om de beignets knapperiger te krijgen. Mocht je de appelringen niet door een mengsel van fijne suiker en kaneel hebben gewenteld, haal de ringen dan even door wat bloem en daarna pas door het beslag. Dat voorkomt ‘afdruipen’ van het beslag tijdens het bakken.

Stap 3

Dompel de in het beslag gedoopte appelring in een (frituur)pan hete olie. Maïs- of zonnebloemolie is uitstekend, maar arachide-olie is perfect (gebruik geen slaolie). Wacht tot de beignets een mooie kersenhouten kleur hebben (dit duurt ongeveer een minuutje). Haal de beignets met een schuimspaan uit het vet en laat ze uitlekken op keukenpapier.

Stap 4

Bestrooi de beignets royaal met poedersuiker als ze nog warm zijn. Dat levert een smakelijke, zompigzoete flap op. Warme beignets zijn heerlijk, maar nog lekkerder zijn de beignets die een nachtje in de koelkast op elkaar hebbe gelegen. De volgende dag een extra vleugje poedersuiker. Sla je beslag, want het mag maar één keer per jaar.