Zo vader, zo dochter

VARA Gids 32-33, 8-21 augustus 2020

Rubriek: Talentenjacht (4)

Hoe herken je talent en wat doe je ermee? Ronald Giphart in gesprek met de ouders van Carrie ten Napel. ‘Als onze invloed heel groot was geweest, had Carrie denk ik niet in Hilversum gewerkt.’

Dit jaar beleefde presentatrice Carrie ten Napel (40) haar grote doorbraak bij het Nederlandse publiek, als gespreksleider van de talkshow Op1. Van alle presentatie-duo’s scoorden zij en tv-partner Charles Groenhuijsen de hoogste kijkcijfers. Voor de kenners was deze opmars geen verrassing, want Carrie ten Napel timmert al jaren aan de weg en ze heeft zich inmiddels onderscheiden door een uitermate naturelle, menselijke en warme stijl van presenteren. Ooit begon ze haar carrière bij TV Oost, waar ze tien jaar lang sport- en actualiteitenprogramma’s presenteerde. In 2013 maakte ze de overstap naar landelijke televisie, aanvankelijk bij Fox Nederland en later bij Omroep Max, waar ze een van de gezichten werd van Hallo Nederland en later van Droomhuis gezocht.

Samen met haar vader Evert ten Napel (76) presenteerde Carrie het tv-programma Hunebed highway, waarin de beide Ten Napels in vier afleveringen in een knalgroene oude camper de N34 volgden, de Route 66 van Drenthe. Het moge duidelijk zijn van wie Carrie het talent heeft, al is het natuurlijk maar de vraag of het goed is of juist niet om dezelfde kant op te gaan als je vader.

Zelf was Evert zoon van een bakker in het Drentse Klazienaveen, die op zijn beurt ook weer bakkerszoon was. Het lag in de lijn der verwachtingen dat Evert, als oudste zoon, ook die kant op zou gaan, maar zijn hart lag elders. Evert: ‘Op zondagmiddagen luisterde ik altijd naar de radio en hoorde ik de sportverslaggevers. Als jonge jongen dacht ik al: dat lijkt mij nu ook wel wat. Maar goed, ik kwam uit Zuidoost-Drenthe, dus ik kon ervan uit gaan dat die droom heel moeilijk was om uit te laten komen. Om een heel lang verhaal te versnellen: die droom kwam dus wel uit.’

‘En je was allergisch voor meel,’ vult Fineke ten Napel (67) aan, de moeder van Carrie en echtgenote van Evert. ‘Jij nieste altijd zakdoeken vol als je op de bakkerij was. Een leven in de bakkerij zou voor jou ondraaglijk zijn geweest.’

Fineke en Evert kenden elkaar van de sportvereniging Emmen & Omstreken (E&O), waar Evert handbalde en Fineke turnde en op volleybal zat. Fineke was aanvankelijk kleuterleidster en werkte uiteindelijk in de gezondheidszorg als bewegingstherapeut.

De twee ontmoetten elkaar in de trein tussen Zwolle en Emmen, toen Evert met een nogal uitgelaten groep handballers die net een wedstrijd had gewonnen Finekes treintoestel binnenkwam. Overmoedig zei hij tegen haar dat hij haar de volgende dag een bos bloemen zou laten bezorgen. Fineke dacht er het hare van; maar Evert hield woord. Om opnieuw de loop van de gebeurtenissen te versnellen: zes jaar later werd Carrie geboren.

Fineke: ‘Zij was altijd een rustig en lief meisje. Carrie was vooral erg sociaal en had goed in de gaten als anderen droevig waren of wanneer iemand werd gepest. Door de dood van haar jongere broertje voelde ze als meisje heel goed dingen aan.’

Dat laatste was het onuitsprekelijke verdriet van het gezin. Carries jongere broertje Henk-Jan overleed toen zij vier jaar was, een wezenloze gebeurtenis die de Ten Napels moesten doorstaan.

Evert: ‘Nog steeds vinden we het vervelend om daarover te praten.’ Binnen een jaar werd jongste zoon Rik geboren en zo goed en zo kwaad als het ging kon het gezin niet anders dan verdergaan en de draad weer oppakken.

‘Mijn ouders hebben mijn broer Rik en mij vooral een heel erg stabiele jeugd gegeven,’ vertelt Carrie. ‘Wat ik echt knap vind is dat ze, ondanks hun verdriet, ons zo zorgeloos mogelijk hebben laten opgroeien. Mijn moeder was veel thuis, net als doordeweeks ook mijn vader. In de weekend moest hij natuurlijk altijd op pad, maar daartussen was hij er vaak. Mijn oma woonde ook bij ons in de straat waardoor we nooit een oppas hadden en altijd thuis terecht konden. Dat was echt een veilige koestering.’

Fineke: We hebben onze kinderen zeker niet strak opgevoed, al vind ik wel dat dat je als ouder ook een beetje moet sturen. Je kind vrijlaten is toch het moeilijkst in de opvoeding.

We deden hier altijd veel aan sport, daar hebben we veel energie in gestopt.’

Carrie: Wij werden opgevoed met: hard werken, niet zeuren en doorgaan. En inderdaad altijd veel sport. Toen ik een jaar of zestien was kreeg ik een vriendje, die verbaasd naar onze familie keek. Hij zei: jeetje, wat ben jij druk. School, tennis, bijbaantjes. Voor mij was dat heel normaal, maar hij was bang dat ik überhaupt geen tijd voor verkering zou hebben. Daar had hij misschien wel een punt. Zo zijn wij grootgebracht. Misschien toch ook nog wel een beetje de bakkersmentaliteit die mijn vader had meegekregen: hard weken, niet lullen, maar poetsen.’

Rik (inmiddels 35) is zelf net vader en werkzaam in de mode.

Fineke: ‘Hij heeft denk ik mijn creatieve kant, Carrie had meer weg van Evert.’

‘Dat is waar,’ zegt Carrie. ‘Al vanaf dat ik een jaar of zes was mocht ik soms met mijn vader mee als hij op pad ging. Ik weet niet beter of dat mijn vaders stem uit de televisie of radio kwam, voor mij was dat gewoon zijn beroep. Werk dat ik heel tof vond, al zag ik wel snel in dat ik niet de persoonlijkheid had om erg in de belangstelling te staan. Mijn vader heeft dat eigenlijk ook niet zo. Wanneer ik als jong meisje met hem meeging naar een wedstrijd die hij moest verslaan, kon ik mezelf heel goed onzichtbaar maken. Hij had echt geen last van me. Ik vond het magisch om op een sportveld te staan: de geur van het gras, de kleedkamers, de geluiden van kicks op stenen, de bal op een lichaam, schaatsen op het ijs, fietsbanden op het asfalt. Elke sport vond ik prachtig om te zien en horen, Mijn vader moest mensen ook vragen naar hun verhaal, dat was erg interessant. Voor mij was het snel duidelijk dat ik dat ook wilde.’

Evert: ‘Ze was heel serieus als ze met me meeging. Ik zei altijd: denk erom, je mag mee, maar niet gaan zeuren als je moet plassen tijdens de wedstrijd. Ze was een heel gezellig meisje, onderweg naar een wedstrijd babbelde ze honderduit. Carrie vond de wedstrijden zelf ook heel interessant. Rik ging ook wel eens mee, maar als de spelers op het veld aan hun spel begonnen, ging hij lege flessen verzamelen voor het statiegeld. Hij was meer een ondernemer.’

‘Ik kon ’s avonds echt navertellen wat er op het veld was gebeurd,’ herinnert Carrie zich. ‘Keken we met het gezin naar de samenvatting en zei ik dingen als: oeh, dat is een verkeerde schakel hè pap? Dan keek hij mijn moeder aan met een blik van: welke kant gaat dit op?’

De kant dus van de journalistiek. Toen Carrie een jaar of vijftien was vertelde ze haar ouders van haar voornemen om in de sporen van haar vader te treden. In het begin lieten haar ouders haar hierin gaan, al maakten ze zich wel zorgen over haar karakter: moest dat lieve meisje werkelijk die harde wereld in? Zou ze zich daarin staande kunnen houden?

Evert: We konden zeker zien dat ze talent had en ze was ook niet bang om op een podium te staan. Ze nam deel aan schoolmusicals en ze deed een tijd lang ’s zomers in Oostenrijk het entertainment in vakantiekampen. Dat ging haar makkelijk af, dus dat was het probleem niet.’

Fineke: ‘Toch was ik eerlijk gezegd niet zo blij met het idee dat ze voor radio en tv zou gaan werken. Dat is namelijk niet altijd een even aangename wereld, met veel ego’s en veel ellebogenwerk. Daar heb ik haar ook voor gewaarschuwd: weet waaraan je begint. Zeker voor een vrouw is het niet altijd even makkelijk, misschien dat dat in de sportjournalistiek nog meer geldt.

Aan de andere kant heb ik ook gezegd dat ze zelf moest kiezen. Als ze het echt wilde, moest ze het doen.’ Deze zomerrubriek gaat over de vraag wat de invloed van ouders is op het talent van hun kinderen.

Fineke: ‘Als onze invloed heel groot was geweest, had Carrie denk ik niet in Hilversum gewerkt, haha.’

Carrie: ‘Ik weet niet of mijn vader veel last heeft gehad van de ellebogenwereld die mijn moeder noemt. Misschien heeft hij haar dingen verteld die ik niet weet. De voetballerij en de sportwereld waren toen echte mannenculturen. Mijn ouders zagen vrouwen die daarin werkten echt worstelen, en ik denk dat mijn moeder mij dat wilde besparen.’

1. Zingend met een oude microfoon van papa. 2. Rik met papa en mama op school. 3. Mee met papa op het werk, 8 jaar. 4. Op de Olympische Spelen van Athene in 2004, met papa, Mart Smeets en diens dochter Nynke. 5. Met Rik, ik was 4,5 jaar

Bij de hardheid van het vak hoorde ook de kritiek die Evert af en toe ten deel viel, zoals overigens alle voetbalcommentatoren regelmatig onderwerp zijn van spot en hoon. Dat lijkt er een beetje bij te horen.

Carrie: ‘Ja, dat heb ik als meisje natuurlijk meegekregen. Mijn ouders leerden ons dat weg te wuiven, want mijn vader deed het niets als hij weer eens werd beschimpt. Dat heeft ook een nadeel hoor, dat wegwuiven. Als kind leerde ik vrij snel over zaken heen te stappen, maar misschien te snel. Je mag best eens boos of verdrietig zijn, na onterechte kritiek of een harde aanval. Ik herinner me dat ik als puber bij een delicatessenzaak werkte. De medewerkers kregen een wijncursus, gegeven door een man die met alle leerlingen kennismaakte. Bij mij bleef hij hangen, waarna hij vroeg: ben jij die dochter van die verschrikkelijke verslaggever? Ik pakte een papiertje waarop ik het telefoonnummer van mijn vader schreef en zei: belt u hem op en vertel het hem zelf maar. Dat vonden de volwassenen fantastisch. Het klonk natuurlijk stoer wat ik zei, maar in stilte was ik wel witheet.’

En toen kwam de ochtend dat Evert tijdens de Open Dag van de School voor Journalistiek in Zwolle was uitgenodigd voor een panelgesprek. Carrie was op dat moment als zestienjarige ingeloot voor deze opleiding. Evert: We gingen er opgewekt naartoe, maar we er troffen een puinhoop aan. Veel studenten kwamen net terug van een of ander overlevingskamp waar ze drie dagen lang alleen maar bier hadden gedronken. Sommigen kon niet meer op hun benen staan. Wat een ongeregeld zooitje.’

Carrie: ‘Er lagen jongens uitgeteld op de grond. Ik moest er wel om lachen en dacht: hier wil ik best naartoe. Mijn vader dacht daar anders over.’

‘Mooi dus niet: zegt Evert. ‘Jij komt niet op deze school, heb ik haar op de terugweg gezegd. Achteraf gezien weet ik niet of ik zo dwingend had moeten zijn, maar op dat moment wilde ik als vader mijn dochter beschermen.’

Carrie: ‘Ik ben daar snel overheen gestapt. Het was jammer, maar ik dacht ook: mijn vader zal wel gelijk hebben. En dat had hij ook, bleek later. Ik ben een toeristische opleiding gaan volgen en heb uiteindelijk zelf de beslissing genomen te solliciteren bij TV Oost. Ik neem mijn vader echt niet kwalijk dat hij dat toen voor mij heeft besloten. Dat deed hij uit liefde voor mij. Ik stond toen heel anders in het leven dan ik een paar jaar later deed. Het pad dat ik koos, blijkt het juiste pad te zijn geweest.’

‘Carrie heeft haar eigen stempel op haar carrière gedrukt, en daar zijn we natuurlijk trots op, zoals we overigens ook net zo trots zijn op onze zoon,’ zegt Fineke. Zij en Evert zitten iedere woensdagavond voor de buis om naar de uitzending van hun dochter te kijken.

Evert: ‘Carrie en ik praten nog steeds heel veel met elkaar over het vak. We sparren vaak, ik draag af en toe ideeën aan, die ze overigens heus niet altijd opvolgt. Ik wil niet sturend zijn, maar wel een soort maat. Ik ben nu in de fase dat ik van haar leer, in plaats van andersom. Ik was een solist, altijd geweest. Carrie werkt met een heel team en dat gaat haar uitstekend af, dankzij haar onbevangenheid, haar nuchterheid, haar interesse in mensen. Dat, en dat mag ook wel eens worden gezegd, heeft ze van haar moeder.’