Zuchtmeisje

De Volkskrant, 19 september 2008

In de trein zat een blond meisje van een jaar of twintig met een retrokapsel à la Olivia Newton John, Tot voor kort had ik gemist dat die haardracht weer in de mode is, maar nu zie ik het kapsel overal. Het meisje zat te staren naar het voorbijstuivende Zeeuwse landschap, ze had geen oordopjes in en zat niet te bellen. Plotseling hoorde ik haar zuchten. Geen amechtige, opdringerige zucht, maar een kleine ingetogen ademstoot.

Uit onderzoek blijkt dat mensen die zich onbespied wanen, minder vaak en zachter zuchten dan als ze in gezelschap zijn. Met andere woorden: zuchten is voor een deel een vorm van (bewuste of onbewuste) communicatie, net als lachen, kreunen, gapen en zelfs hoesten.

De zucht van het meisje bleef hangen in de coupé. Zuchten van liefde zijn meestal niet bewust te sturen, net als zuchten van vermoeidheid wanneer iemand de spieren van zijn longwand niet meer in bedwang heeft. De zucht van het meisje klonk als een verliefdheidzucht of een zucht bij de gedachte aan een enorme blunder. Ik probeerde haar zucht verder te duiden, maar dat lukte me niet, hoewel ik daar redelijk bedreven in ben.

In een ander verband heb ik geschreven over het gezucht van mijn moeder, die ziek was en door middel van haar zuchten hele gesprekken kon voeren. Mijn moeder had vele onderling te onderscheiden zuchten van ergernis, die weer anders klonken dan haar zuchten van pijn, weer anders dan haar zuchten van opluchting, dan haar zuchten van vermoeidheid, van tevredenheid, ontreddering, gelatenheid, verbazing, enzovoort. Door zorgvuldig naar het gesteun van mijn moeder te luisteren, kon ik – de zelfbenoemde zuchtfluisteraar – precies inschatten hoe ik haar op haar ziekbed moest behandelen.

Ik heb in een boek ooit het woord ‘zuchtmeisje’ geïntroduceerd, dat door journalist Guuz Hoogaerts werd geleend om naam te geven aan Franse zangeressen die zuchten tijdens het zingen (‘hetgeen een expliciet sensueel karakter draagt’, aldus Wikipedia, die het woord nu ook heeft opgenomen). Hoogaerts – in muziekland beter bekend als DJ Guuzbourg – bracht vorig jaar de cd Filles Fragiles uit, een mooie compilatie Carla Bruni-achtige liedjes. Het bleek een bescheiden hit. Volgende week verschijnt daarom het vervolg, Filles Fragiles 2, met zo mogelijk nog zuchterige zuchtliedjes van zuchtzangeressen.

Guuzbourgs compilatie deed me terugdenken aan een zuchtmeisje waar ik ooit maanden achter aan heb gelopen. Gaandeweg kregen zij en ik een wat we noemden geen-relatie, die af en toe werd geconsummeerd, zonder afspraak, zonder verplichtingen, zonder strings attached. Op een middag vroeg mijn niet-vriendin me onverwachts die avond met haar en haar moeder mee te gaan naar een gesubsidieerde toneelvoorstelling. Ze had iemand nodig om haar bij te staan bij die worsteling.

‘Dan ontmoet ik dus je moeder’, zei ik hoopvol, maar ze zuchtte dát ik me niets in mijn hoofd moest halen. Ze vond: je kunt rustig een heel bevredigende geen-relatie hebben, maar op het moment dat je ook ouders gaat ontmoeten, duikt de verbintenis gevaarlijk de diepte in.

‘Ha, eindelijk, mijn schoonzoon!’, zei haar moeder plagerig bij onze begroeting, waarop haar dochter haar vol misprijzen aankeek. De voorstelling begon en overtrof onze huiveringwekkendste verwachting. De rest van het publiek liet de onbegrijpelijke woordbrij minzaam genietend over zich heen komen, terwijl mijn niet-vriendin en ik stilletjes naast elkaar zaten in de donkere zaal. Ik rook haar overweldigende geur en legde een hand op haar been. Ze haalde diep adem en met alle overgave van haar lichaam zuchtte ze. Er zat veel emotie in die zucht: berusting, teleurstelling, ergernis, verveling. Hoewel zij en ik elkaar hierna nog een paar maanden bleven zien, werd me duidelijk dat op dat moment voorbij was wat er nooit was geweest.

Martin Bril keert voorlopig niet terug in de Volkskrant. Wel blijft werk van hem verschijnen op internet, zie vk.nl/bril