centraal museum krant

By hans, 31 januari 2021

Winter 1998/99

Met Ronald Giphart het depot op

Toen mijn beste vriend en collega-schrijver Bert N. [red.: Natter] en ik nog achtennegentig procent uit hormonen bestonden, hebben we vele dagen rondgestuiterd in ons persoonlijke pretpark: het Letterkundig Museum. Nimmer was er een suppoost te zien, en dit bleek een slecht personeelsbeleid. Bert & Ronald tussen de necrofiele schatten van de Nederlandse literatuur: dat kon niet goed gaan. Als tijgers stortten we ons op de gemummificeerde snottebellen, sinterklaasbaarden en dodenmaskers van schrijvers en vooral op de belettering van de items (die makkelijk losliet en waarin we moeiteloos dingen konden veranderen, ‘Ina Boudier Bakker’ in ‘lna Bouvier Blaffer’ bijvoorbeeld). Inmiddels zijn we twaalf jaar verder, bestaan Bert & ik nog maar voor achtenzeventig procent uit hormonen, is er een innige liefdesvriendschap tussen ons en het Letterkundig Museum ontstaan en hebben we ons pueriele tijger-gedrag ver, ver achter ons gelaten.

Although we thought.

Berts trouwe levensvriendin Hester K. is namelijk een kunsthistorica die zich anderhalf jaar als extern expert heeft beziggehouden met het ‘collectiecatalogiseringsproject’ van ons eigen Utrechtse Centraal Museum. Dit betekende dat zij met dertien andere experts het have en goed van het museum nauwgezet in kaart diende te brengen. Op een argeloze dag bleken Bert & ik in de gelegenheid dat we onder leiding van Hester konden dwalen in het depot van het museum, het depot waar de hele collectie lag opgeslagen in verband met de verbouwing. De hele collectie? Bert & Ronald tussen alle schatten van het Centraal Museum: kon dat wel goed gaan? Nu zullen weinigen ooit in het depot van het Centraal Museum zijn geweest, al was het alleen al omdat het adres van het gebouw absoluut geheim is (er worden namelijk voor tientallen miljoenen guldens aan geinige snuisterijen bewaard, wat kwaadwillende kunstminnaars wel eens op verkeerde, gedachten zou kunnen brengen). Geblinddoekt en liggend op de achterbank van een auto werden Bert & ik in steeds vreemdere concentrische banen naar ‘een plek in de stad’ gebracht, terwijl we ons voortdurend hardop verkneukelden: ‘We gaan het depot op! We gaan het depot op!’

Het uitgestorven gebouw zelf maakte eigenlijk niet zoveel indruk, al leerden we er in korte tijd een aantal begrippen bij die -ik nooit meer hoop te vergeten. Een ‘uitlaatgasloze sluis’. Vele ‘klimaatbeheerste ruimtes’ (volgens de modernste technieken!). En een ‘lift met twee haaks op elkaar staande deuren’.

Na het ’textielrestauratie-atelier’ en de fotokamer met ‘afneemkwasten van dassenhaar’ nam Hester ons mee naar de verlaten kamer waar de schilderijencollectie was opgeslagen. Deze ruimte viel eerlijk gezegd aanvankelijk ook een beetje tegen. ‘Hier hangen dus alle schilderijen uit ons museum,’ lichtte Hester toe, en op onze gezichten was een zweem van teleurstelling te zien. Alle schilderijen? In dit keldertje? Hester lette niet op onze verbazing en trok voorzichtig een van de vele rijdende stellages uit de wand. Er was een tiental doeken en panelen aan de stellage bevestigd, en onmiddellijk begrepen we hoe je in een betrekkelijk kleine ruimte duizenden meesterwerken uit grofweg zeven eeuwen kwijt kon.

‘Eh… Is dit hier een eh… een echte… echte Van Gogh?’ vroeg ik, met een wit weggetrokken gezicht, toen ik doorhad waarnaar Bert & ik stonden te kijken. Hester keek op van een aantekenblok en antwoordde achteloos: ‘Ja.’

Wij slikten.

‘Alleen mag je nooit met je pen naar een doek wijzen, Ronald, dat is absoluut verboden. Een echte echte Van Gogh.

We waren er even stil van, ongeveer honderdtachtig minuten. We roerden zelfs niet op ons onvermoeibare moppentrommeltje. En later rolden er een paar echt schitterende Van Scorels voorbij. Een echte Toorop. Een Een Maris. Een Ter Brugghen. Een Van Doesburg. Een Bloemaert. Een stuk of wat Kochs. Een Willink. Een vals Pottertje. Langzaamaan beseften we zenuwachtig giebelend de draagwijdte van dit bezoek.

Zelden zullen reguliere museumbezoekers een ervaring als deze hebben: dat je schilderijen kunt ruiken, dat je de achterkant van een werk kunt bestuderen, dat je alle door de eeuwen heen bevestigde kaartjes kunt lezen. Een halve middag waren Bert & ik (en Hester) de schatbewaarders van de internationale schilderkunst in Utrecht.

Een grote verantwoordelijkheid daalde op onze schouders, want stel nu dat een van ons acuut gek zou worden, of met een pen om zich heen begon te slaan, of met die Van Gogh het pand verliet voor een nogal lange vakantie in Panama. Dat soort dingen gebeurden toch? Hester liet ons niet alleen de topwerken zien, maar ook de enorme verzameling grappige, aandoenlijke, opmerkelijke en vooral lelijke schilderen (tip! Zit daar geen mooie tentoonstelling in: De Lelijkste Werken van het Centraal Museum, eventueel samengesteld door Bert & mij?). En na de schilderijen serveerde Hester ons het meubel-depot (met als hoogtepunten de bolderkar van Rietveld en het zeventiende-eeuwse poppenhuis met mini-schilderijtjes van topmeesters aan de poppenhuis muren), het metaal-depot, het steen-depot, het ditjes-en-datjes-depot, het doe-maar-lekker-raar-depot en het textiel-depot (een immense hoeveelheid kasten met kleren, kisten met schoenen, dozen met mutsen). We hadden er veel langer willen blijven, in dit kunstzinnige pretpark, maar helaas voor ons werden we tegen vieren weer geblinddoekt, gestripsearched en afgevoerd. Volgend jaar gaat het Centraal Museum weer open, maar eerlijk gezegd mis ik het depot nu al. Zoals een tijger die mensenvlees heeft gegeten alleen nog maar mensenvlees wil, zo zal ik geen museum meer kunnen bezoeken, zonder aan dit depot te denken.

Eind.

Colofon

centraal museum krant 1

Winter 98/99

Redactie adres: Centraal Museum

Postbus 2106, 3500 GC Utrecht,

T +31 (0)30-2362362, F +31 (030)-2332006

Eindredactie: Milou Halbesma

Met bijdragen van: Marja Bosma, Ronald Giphart, Milou Halbesma, Liesbeth Helmus, Marina de Vries

Met dank aan: Hans Schopping

Omslag, basisontwerp en lay out: Studio Gonnissen en Widdershoven, Amsterdam

Oplage 15.000

Uitgever: Uitgeverij Intermed

Stationstraat 4, 9711 AS Groningen

T +31 (0)50 – 312 004 2

Directeur G. Harteveld

E-mail: interm01@pi.net

Advertentieverkoop: Uitgeverij Intermed

Druk: Wegener Sijthoff Nieuwsdruk

Lid Kon. Ver. M.K.B. Nld. Lidnr. 017385

Centraal Museum

Agnietenstraat 3, 3512 XA Utrecht

T +31 (0)30 -236 236 2, F +31(0)30- 233 2006

Rietveld Schröderhuis

Prins Hendriklaan 50, 3583 EP Utrecht

T +31 (0)30 – 236231 0, F +31 (0)30 – 233 200 6

Landhuis Oud Amelisweerd

Koningslaan 9, 398 HD Bunnink

T +31 (0)30 – 6570658, F +31 (0)30 – 657 0653