De aanrollende donder

Vara Gids 1, 2-8 januari 2016

Anne Frank verhalenwedstrijd

De jury van de verhalenwedstrijd ‘Lieve Anne…’inspireert alvast schrijvers tussen 13-16 jaar die mee willen doen.

Er zijn stukken geschreven door Ronald Giphart, Özcan Akyo en Cécile Koekoek. Hieronder het stuk van Ronald Giphart.

De rollende donder

In 2014 verscheen het alweer een tijdje verramsjte boek De Nederlandse coming of age literatuur in 100 verhalen, waarin 1150 bladzijden waren opgenomen van Nederlandse schrijvers over hun puberteit en aanverwante zaken. Ik was de samensteller van dat boek en zo leuk was dat helemaal niet. Het lezen in honderden verschillende romans en verhalenbundels was erg aangenaam, maar bij het bepalen welke verhalen overbleven stond ik voor steeds vervelender beslissingen wie er mocht blijven en wie afgevoerd. Met mijn gezin en schoonouders verbleef ik met kerst in Normandië om een definitieve keuze tussen 250 overgebleven fragmenten te maken. Ik had stapels met ‘wel’, ‘mogelijk wel’, ‘liever niet’ en ‘helemaal niet’.

Er was één passage waarover ik lang twijfelde en discussieerde met kinderen, die zich heel puberaal bemoeiden met de samenstelling van mijn boek over puberliteratuur. Het fragment waarom het ging kwam uit een boek genaamd Dagboek, van de schrijfster Anne Frank, die eigenlijk nooit een officiële schrijfster was geweest, omdat ze op haar vijftiende door de Duitsers in een concentratiekamp was vermoord. Anne had wel de ambitie om schrijfster te worden maar dat verlangen was gefnuikt. Haar Dagboek was na haar dood verschenen.

Er waren veel redenen om het fragment niet op te nemen in het verzamelboek. Het stuk was namelijk geen fictie maar een dagboekfragment, het was niet geschreven voor publicatie, et cetera. Toch hield mijn beslissing met letterlijk uit mijn slaap, zeker omdat mijn kinderen vonden dat Anne’s verhaal in mijn bundel moest. Tijdens de Kerstnacht ben ik uit mijn koude bed gestapt om in de nog veel koudere huiskamer het fragment van Anne Frank opgelucht op de stapel ‘wel’ te leggen.

Sommigen noemen Het dagboek van Anne Frank de schrijfsels van ‘een gewoon meisje’ dat toevallig leefde in een erg ongewone tijd. Dat is nu juist wat Anne Frank, mijns inziens, niet was. Ze was juist geen gewoon meisje, maar een ongelooflijk levendige, grappige en scherpe observator, die op haar veertiende en vijftiende een ongekende overtuigingskracht had en een stilistisch machtsvertoon liet zien waar menig schrijver op jaloers zal zijn (ook ik). Mocht Anne Frank de oorlog hebben overleefd en mocht ze haar ambitie de literatuur te bestormen hebben waargemaakt dan zou Nederland er ongetwijfeld een groot internationaal schrijfster hebben bijgehad.

Dit wil ik staven met een lang citaat uit haar dagboek, een passage die ze schreef op zaterdag 15 juli 1944, waarschijnlijk een halfjaar voor haar dood. Een fragment dat ik regelmatig hardop aan mezelf voorlees:

Dat is het moeilijke in deze tijd: idealen, dromen, mooie verwachtingen komen nog niet op of ze worden door de gruwelijkste werkelijkheid getroffen en zo totaal verwoest. Het is een groot wonder dat ik niet al m’n verwachtingen heb opgegeven, want ze lijken absurd en onuitvoerbaar. Toch houd ik ze vast, ondanks alles, omdat ik nog steeds aan de innerlijke goedheid van de mensen geloof.

Het is me ten enenmale onmogelijk alles op te bouwen op de basis van dood, ellende en verwarring. Ik zie hoe de wereld langzaam steeds meer in een woestijn herschapen wordt, ik hoor steeds harder de aanrollende donder, die ook ons zal doden, ik voel het leed van miljoenen mensen mee, en toch, als ik naar de hemel kijk, denk ik, dat dit alles zich weer ten goede zal wenden, dat ook deze wreedheid zal ophouden, dat er weer rust en vrede in de wereldorde zal komen. Intussen moet ik m’n denkbeelden hoog en droog houden, in de tijden die komen zijn ze misschien toch nog uit te voeren!