Dit recept komt uit kookboek De wereld thuis (2020).
Soort gerecht: voorgerecht, borrelhap
Land van herkomst: Indonesië
Aantal personen: 4 (voor 20 stuks)
Bereidingstijd: 1 uur, 15 minuten
Voordat we in aanraking kwamen met de lekkernijen van Jan en zijn receptuur gingen bereiden, hadden we zelf nog nooit bladselderij gekocht. Het kwam niet in ons op en onze associatie met bleekselderij, alleen geschikt als roerstaaf voor de Bloody Mary, hielp ook niet mee. Tot Jan in ons leven kwam. Die stopt het overal in en terecht, want het is een ontzettend smakelijk goedje! Zo ook in onderstaande loempia’s.
VOOR HET SAUSJE
BEREIDINGSWIJZE:
Meng voor het sausje de bakgember, gembersiroop, sambal en de ketjap door elkaar en zet tot voor gebruik in de koelkast.
Verhit wat olie in een koekenpan en bak de kippendij in ongeveer 8 minuten gaar, draai halverwege om. Snijd het vlees in kleine stukjes.
Zet water op voor de taugé en kook die 3 minuten. Spoel af onder de kraan met koud water en laat even uitdruipen. Meng de taugé met de kip, de rode ui, het sjalotje, de bladselderij en de knoflook en breng op smaak met zout.
Leg een loempiavel op je werkblad met een punt naar boven, bestrijk de randen met ei en leg een volle eetlepel van de vulling midden op het vel. Vouw de zijpunten naar binnen, deels over de vulling, en rol de loempia van beneden naar boven op. Herhaal dit met de andere vellen totdat de vulling op is.
Verwarm in een diepe pan of friteuse de olie tot 220° C en bak de loempia’s per drie in 2 à 3 minuten goudbruin en knapperig. Laat uitlekken op keukenpapier.
Serveer met het gembersausje.