Dit recept komt uit kookboek De wereld thuis (2020).
Soort gerecht: voorgerecht
Land van herkomst: Indonesië
Aantal personen: 4 (voor 16 stuks)
Bereidingstijd: 45 minuten
De maiskoekjes behoren tot het vaste repertoire van Jan. Nu ben ik niet zo’n fan van mais, maar deze koekjes zijn echt ontzettend lekker. Toen ik zelf voor het eerst de maiskoekjes na ging maken, liet ik het ’10 minuten verwarmen van de (toch al gare) mais’ voor wat het was, hoewel Jan dat toch echt had gedicteerd. En Jan bleek natuurlijk gelijk te hebben, dus sla die handeling niet uit luiheid over!
BENODIGDHEDEN
BEREIDINGSWIJZE:
Verwarm de mais 10 minuten in zijn eigen vocht op matig vuur en giet af. Meng de mais vervolgens in een ruime kom met de bladselderij, de ui, de knoflook, de prei, de chilipeper, de santen, de eieren en de bloem. Breng op smaak met peper en zout.
Maal dit mengsel in delen fijner in de keukenmachine. Niet te fijn, er moet nog wel wat structuur in zitten.
Verhit de olie in een grote koekenpan en schep er 1 flinke eetlepel van het maisbeslag in, druk iets platter. Bak de koekjes aan weerskanten goudbruin, ongeveer 4 minuten per kant. Wees voorzichtig met omdraaien, ze vallen snel uit elkaar. Laat uitlekken op keukenpapier. Maak de rest van de koekjes.
Serveer de maiskoekjes met wat chilisaus. Koud zijn ze ook lekker!
JAN BIJKERK
Van Laura had ik wel eens gehoord dat Jan in zijn eentje uren in de keuken kon staan om een uitgebreide Indische maaltijd te bereiden, en zijn maiskoekjes waren daar een vast onderdeel van.
JAN BIJKERK ONTMOETTE IK JAREN GELEDEN VOOR HET EERST OP DE verjaardag van mijn vriendin Laura, Jans schoondochter. Toentertijd vormde hij een onafscheidelijk koppel met zijn geliefde vrouw Emma, die, tot onuitsprekelijk verdriet van Jan en de kinderen, inmiddels is overleden. Hoewel Jan, 89 jaar en oud-jurist, altijd een vriendelijke uitstraling heeft gehad, sprak ik die eerste jaren niet veel met hem. Ik was een beetje geïntimideerd door zijn gedistingeerde uitstraling en eruditie, hetgeen me geen goede combinatie leek met mijn soms onbedwingbare behoefte mijn bek een domme douw te geven…
Allengs verdween die terughoudendheid, want Jan en ik bleken allebei enthousiaste amateurschilders te zijn en dat brak het ijs. Daarnaast was Jan een begenadigd en geestig verteller over van alles en nog wat, dus stond hij op borrels en feestjes garant voor leuke en interessante gesprekken. Ik sta niet alleen in mijn genegenheid want in onze hele vriendenkring, waarin we allemaal verschillende decennia schelen met Jan, is hij graag gezien. En ja, eerlijk is eerlijk, dat komt waarschijnlijk ook door de Indische maiskoekjes die hij vaak meebrengt.
Van Laura had ik wel eens gehoord dat Jan in zijn eentje uren in de keuken kon staan om een uitgebreide Indische maaltijd te bereiden, en zijn maiskoekjes waren daar een vast onderdeel van.
Jan had al meermalen over zijn jeugd in voormalig Nederlands-Indië verteld en langzaam ontstond bij mij het idee om deze boeiende verhalen voor de kinderen en kleinkinderen op te schrijven én de rijke verzameling aan Indische recepten op te tekenen en zo te behouden. Het plan werd gesmeed om met Laura bij Jan langs te gaan en met hem over zijn Indische jaren te praten, terwijl hij ondertussen wat gerechtjes in de keuken zou bereiden. Want er moest natuurlijk ook geproefd worden.
De agenda’s werden getrokken en een maand later stonden Laura en ik voor de eerste afspraak, gewapend met dictafoon, voor zijn deur. In mijn romantische naïviteit had ik gedacht dat Jan als nieuwsgierig jongetje over de schouder van zijn half-Javaanse moeder had meegekeken terwijl zij in hun keuken in Surabaya aan het koken was, maar dit bleek bezijden de waarheid. In Nederlands-Indië werd voor het gezin door een kok gekookt, zijn moeder bemoeide zich er helemaal niet mee.
En Jan zelf had eigenlijk helemaal geen herinnering aan het eten dat op tafel kwam, behalve dat het altijd Indisch was, op een zeldzame onderbreking van een Hollandse pot na. De gerechten die hij later zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen zou gaan serveren heeft hij vooral uit kookboeken gehaald, al zal onbewust de herinnering uit zijn jeugd zeker hebben bijgedragen.
Het was en is een genot om hem in zijn element én op zijn dooie gemak in de keuken bezig te zien, met een losse hand, zoals hij ook zijn schilderijen maakt. En een nog groter genot is het om de gerechten vervolgens op te mogen eten. Aan de grote eettafel waar Jans vrouw ons vanuit verschillende fotolijstjes vriendelijk aanschouwt.
Mascha