Kijk Magazine, juli 1998, nummer 7
Titel in Ten Liefde Vrouwen- en mannenhersenen
Ronald Dahl heeft een van de leukste boeken geschreven die er volgens mij ooit zijn geschreven: Oom Oswald (tip: in een goedkope editie verkrijgbaar bij de betere boekhandel). De hoofdpersonen in dit boek verzamelen, bijgestaan door een mysterieus middeltje dat penissen in opperste liefdesoorlogssterkte brengt, het sperma van geniale mannen. Met dit sperma hopen de hoofdpersonen goed geld te verdienen, omdat er altijd wel vrouwen te vinden zijn die een kind willen van een belangrijke wetenschapper of staatsman.
Nu is Oom Oswald uiteraard fictie, maar er circuleert daadwerkelijk de hardnekkige ‘moderne mythe’ dat er een spermabank bestaat die voorziet in zaad van Nobelprijswinnaars en andere wonderboys. Mocht zo’n spermawarenhuis inderdaad te vinden zijn (mij hebben ze eerlijk gezegd nog niet gevraagd een donatie te doen), dan zou het wel eens kunnen zijn dat vrouwen die zich door de prutjes van grote denkers laten bevruchten, bedrogen uitkomen. In Cambridge hebben ze namelijk ontdekt dat juist de genen van moeders kant verantwoordelijk zijn voor de vorming van hersengedeelten die ervoor zorgen dat wij mensen nadenken, redeneren, plannen en afwegen. De vaderlijke genen helpen de meer primitieve hersengedeeltes opbouwen en zorgen dus dat de mens vecht, eet en vrijt. Met andere woorden: een moeder die zich door het zaad van een Nobelprijswinnaar laat bezwangeren, mag erop rekenen dat haar kind haar verstandelijke vermogens erft, en de sexuele driften, de eetlust en de agressie van het genie in kwestie (en grote geesten zijn nu eenmaal altijd beesten).
Albert & Marilyn
Overigens zijn ze in Cambridge tot deze conclusie gekomen na onderzoek van muizen, maar men gaat er voorzichtig van uit dat het voor mensen ook geldt. De grap die Albert Einstein gemaakt schijnt te hebben tegen Marylin Monroe zou dan ook een beetje kunnen kloppen. Marilyn ontmoette Einstein naar verluidt en fantaseerde: “Stelt u zich eens voor dat wij samen een kind zouden krijgen, met uw intelligentie en mijn lichaam…” Waarop Einstein grapte: “Maar als het nu mijn lichaam heeft en uw intelligentie?”
Niet alleen zijn gedeelten van de hersenen beïnvloed door vaderlijke dan wel moederlijke genen, ook hebben mannen en vrouwen een verschillende hersenstructuur (waarbij ik er, om niet door militante feministische wetenschappers te worden gecastreerd, onmiddellijk bij vermeld dat niet alle biologen dit onderschrijven). Ontelbare studies en hersenscans tonen aan dat mannen en vrouwen verschillend werkende hersenen hebben en volgens sommigen zou dit ook het verschil in vrouwelijk en mannelijk gedrag verklaren; dat jongens & meisjes zich verschillend gedragen brengen mijn vriendin en ik overigens dagelijks in praktijk.
Er bestaat het sterke vermoeden dat het m/v verschil niet alleen aan sociale factoren te danken is (ingewikkelde taal voor het feit dat jongens pistolen krijgen om mee te spelen en meisjes Barbiepoppen), maar dat dit ook te maken kan hebben met de organisatie van die paar kilo hersencellen. Het blijkt namelijk dat, simpel gezegd, bij jongens hersenactiviteit zich vaak aan één kant van het brein afspeelt en dat meisjes eerder beide kanten gebruiken. Jongens zouden hierdoor op veel punten ‘gespecialiseerder’ zijn en meisjes ‘breder georiënteerd’. Vrouwen zouden veel flexibeler zijn, omdat ze een veel dikkere verbinding tussen hun hersenhelften hebben (als je dit verhaal navertelt en je wilt indruk maken, gebruik dan de term corpus callosum).
Oude emoties
Daarnaast gebruiken meisjes ook vaker dan mannen de ‘nieuwere’ gedeelten van de hersenen (nadenken, spreken, gevoelens analyseren), waar jongens vaker activiteit hebben in de ‘oudere’ hersengebieden (primitievere emoties, eten, vechten, vrijen enzovoort). Hierdoor reageren mannen en vrouwen soms verschillend. Als je boos bent op iemand kun je die persoon bijvoorbeeld in elkaar slaan (een bezigheid die de oudere hersengebieden toejuichen) of je kunt zeggen: ‘Ik vind het niet leuk dat je dat doet en ik ben daar best boos over’ (zoals de nieuwere grijze cellen dicteren).
Nu zijn er enkele statistische verschillen tussen mannen en vrouwen die dit zouden kunnen onderstrepen. Jongens hebben met hun specialiseerde breinen inderdaad een grotere kans topschaker, gelauwerd schrijver, computerfreak of KIJK-lezer te worden dan meisjes met hun ‘bredere hersenen’. Maar voor de jongens die zich nu onmiddellijk op de borst kloppen: mannen hebben daarnaast ook een veel grotere kans hersenbeschadigingen op te lopen bij de geboorte, moorden te plegen, autist te zijn, alcoholist te worden, nageslacht te verlaten, kinderen sexueel te misbruiken, doelloos te vechten, te drop-outen, te zwerven en jong te sterven. Echt iets om trots op te zijn dus!