Teledildonics

Kijk Magazine, december 2008, nummer 12

[Red.: column zonder titel. Titel is van de redactie]

Elders in deze KIJK gaat het over seks met robots en andere machines. Vijftien jaar geleden schreef ik voor de interviewglossy Playboy een stuk over het onderwerp teledildonics. In mijn verhaal ontmoeten een jongen en een meisje elkaar in een kroeg. Het meisje neemt de jongen mee naar haar kamer. De jongen denkt dat er heel wat gaat gebeuren, maar in plaats daarvan wordt hij door het meisje aangesnoerd aan allerlei toeters en bellen. Hij krijgt een datagilet aan (een nogal zware elektronische bodywarmer die van binnen voelt als een plakkerige kwal), cybergloves en een fiber-optie helmet. Deze apparaten worden door het meisje allemaal aangesloten op een computer, waarna ze zichzelf ook optuigt met spulletjes. Als ook zij is verbonden met een pc, heet ze de jongen welkom in een zogenaamde ‘virtual sexreality‘, oftewel een wereld van dingen die zich alleen in het virtuele bevinden. Alle bewegingen van de jongen en het meisje worden geregistreerd door de computer, waarna die bewegingen worden getransformeerd naar een beeltenis in de schermpjes van hun helmets.

Op het moment dat de jongen het meisje in de virtuele wereld aanraakt, merkt hij ’tegendruk’ in zijn cyberglove en voelt zij bewegende elektromotortjes in haar met sensors gevulde datagilet, op de plek waar hij zijn hand drukte. Uiteraard blijft het niet bij het strelen van buiken en benen, maar komt het tussen de jongen en het meisje tot daadwerkelijke virtual sex, waarbij zijn datagilet ter hoogte van zijn geslachtsdeel gebruik maakt van een ritmisch bewegende natfluwelen melkfles, en haar datagilet van onder zogenoemde televulvanie trousers heeft, een broekje met een ingebouwde elektronische dildo.

Dit alles speelde zich af begin jaren negentig; jaren waarin we nog werkten op een computer met processors die XT, AT of 286 heetten. Geen flauw idee wat dat allemaal betekende, maar ik weet wel dat mijn broodrooster tegenwoordig een snellere chip heeft dan wat er in die vroegere personal computerdozen zat. Hoewel ik een paar van de termen in mijn verhaal zelf had bedacht (‘televulvanic trousers‘), was teledildonics een bestaand fenomeen. Ik kwam de term voor het eerst tegen in een boek uit 1992 genaamd ‘Silicon Mirage‘, over ‘the art en science of virtual reality‘ (we hebben het over een tijdperk dat internet voor gewone gebruikers nog niet toegankelijk was en mensen – het is bijna niet meer voor te stellen – hun informatie uit boeken haalden). Er werd destijds vooral lacherig gedaan over teledildonics, voornamelijk omdat de visuele representatie van de virtuele wereld in het geheel niet realistisch was. Mensen zagen er in de erotische simulatiewereld allemaal uit als kruisingen tussen Super Mario en Barbapappa, en gebruikers vonden het moeilijk om daarvan opgewonden te raken. Inmiddels scoort het begrip teledildonics 45.000 hits bij Google.

Het gaat vijftien jaar later nog steeds om seksspeeltjes die kunnen worden aangesloten op een computer, waarbij het begrip ‘telepresence‘ een grote rol speelt. Telepresence zorgt ervoor dat mensen denken dat zij met elkaar in één ruimte zijn, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is. Een voorbeeld hiervan is de vergaderzaal waarvan de ene helft in Europa en de andere helft in Amerika staat, en de mensen met behulp van een levensgroot scherm met elkaar kunnen communiceren. Bij teledildonics zit het driedimensionale scherm in een helm, en het aangename is dat de digitale representatie kan worden gemanipuleerd naar elke denkbare aberratie. Wie op afstand de liefde wil bedrijven met zijn of haar partner programmeert een beeltenis van zijn liefje in zijn virtuele wereld, maar wie liever een kortstondig genotsmoment beleeft met een dwerg, een havenarbeider of een grootgeschapen schrijver, kan dat natuurlijk zonder schuldgevoel doen. En het ziet er tegenwoordig een stuk minder lullig uit.