Twee snijbonen

AD Magazine, 3 februari 2018

Om deze foto’s te kunnen gebruiken, neem contact op met Shody Careman & @careman_fotografie

Rubriek: Gipharts kookeiland

Lekkers van Giphart en meer over de kook

Een kommetje humkessoep brengt Ronald Giphart terug naar de Nederlandse theaters, eind jaren 90.

Het was misschien niet onze beste grap, maar we deden hem wel elke avond. Met Joost Zwagerman was ik eind jaren 90 op tournee met een theaterprogramma genaamd Hamerliefde. Onze technicus reed in zijn busje half Nederland door om in elk theater ons decor op te bouwen, dat onder meer een groot projectiescherm bevatte waarop we tijdens de show af en toe ondersteunende beelden toonden. Om een reden die ik niet meer weet, hadden we bij de voorbereiding de hand weten te leggen op een diaset met afbeeldingen van groenten. Onze regisseur Gérard bedacht daar een act mee die altijd werkte.

Halverwege de voorstelling toonden we in een verloren moment als entr’acte een broccoli, een paprika, een paar tomaten, wat spruitjes en andere lekkernijen van het veld, terwijl Zwagerman aan de zaal uitlegde dat we hoopten dat het publiek niet alleen onder de indruk zou zijn van onze verbale kwaliteiten, maar dat we graag wilden dat men naar huis zou gaan met het idee dat onze show ook visuéél een enorm spektakel was geweest.

Op dat moment kwam er net een dia van twee nogal grote peulen van de Phaseolus vulgaris voorbij, waarop Joost een stilte liet vallen, de zaal in keek en zo droog mogelijk opmerkte: ‘Twee snijbonen’. Het vreemde was dat er dan altijd een luide lach volgde en soms zelfs wat wij een open doekje noemen – terwijl wij niet begrepen waarom dat gebeurde. Ik dacht aan deze anekdote toen ik een paar weken geleden te gast was in de Achterhoek, waar ik in een eetcafé een hapje at voorafgaand aan een voorleesbeurt. Op de kaart stond ‘humkessoep’, een gerecht waarvan ik nog nooit had gehoord.

Snel googelde ik wat dit zou kunnen behelzen. Een ‘humke’ is Twents dialect voor ‘een klein stukje’. Elders in Nederland heet humkessoep ook wel slevensoep, brokkebonensoep, fietsbonensoep, stompesoep, stumpeltjessoep of – de gangbare Nederlandse omschrijving – snijbonensoep.

Het gerecht wordt traditioneel gegeten in Twente en delen van de Achterhoek en de bereiding was ooit een manier om moeilijk kauwbare snijbonen te verwerken, die vroeger een veel hardere rug hadden dan tegenwoordig en daarom in stukjes moesten worden gesneden. Behalve snijbonen zitten er aardappelen, prei, sperziebonen, snijbonen, witte bonen, knolselderij, worst en spek in de soep. Eenvoudige boerenkost, kortom, die heden ten dage bij velen weemoedige gevoelens oproept.

Wachtend op mijn voorleesbeurt dacht ik aan Joost Zwagerman en bestelde ik een kom voedzame dampende humkessoep, waarna ook bij mij de weemoed toesloeg.

Humkessoep

Voor 8 personen

  • 350 g runderpoulet
  • 2 runderbouillontabletten
  • 300 g snijbonen, in stukjes
  • 3 aardappels, geschild en in blokjes
  • 1 kleine selderijknol, in dobbelsteentjes
  • 1 tl zout
  • 250 g gare witte bonen
  • 3 takjes bladselderij, fijngehakt
  • 3 takjes peterselie, fijngehakt
  • Worcestersaus
  • Maggi
  • zout en peper

Voor dit recept liet ik me inspireren door een recept van mevrouw GT Rovers (gtrovers.nl). Breng 1,5 liter water met de poulet en de bouillonblokjes aan de kook en trek er op het laagste sudderpitje in 1,5 uur bouillon van. Zet het vuur hoger en voeg de snijbonen, aardappelblokjes, selderijdobbelsteentjes en zout toe. Breng aan de kook en laat de soep 25 minuten op een laag vuur pruttelen. Roer de bonen, de bladselderij en de peterselie erdoor en breng de soep op smaak met zout, peper en eventueel worcestersaus (of maggi). Tip van GT Rovers: ‘De volgende dag is hij nóg lekkerder’.