Verslaafd part II

Kijk Magazine 2011, nummer 9

Vorige maand schreef ik over seksverslaving en de discussies die dit vermeende fenomeen ontlokt onder wetenschappers. De ene deskundige ziet in de huidige maatschappij een toename van mensen die op het pathologische af geobsedeerd zijn door seks, de andere spreekt liever van een ‘seksuele afhankelijkheid’, de derde heeft het niet over verslaving maar over ‘een compulsieve gedragsstoornis met seksuele handelingen als obsessie’. Hoe het ook zij: de media smullen ervan. Misschien zijn we wel verslaafd aan berichten óver seksverslaving. Wekelijks is er wel een sporter, zanger, acteur of politicus die publiekelijk boete doet voor zijn erotische aberraties of buitenechtelijke escapades, en die zijn misstappen vervolgens wijdt aan een seksverslaving (golfer Tiger Woods, de acteurs Russel Brand, Michael Douglas en David Duchovny).

De seksverslavingsklinieken schieten uit de grond, er zijn talloze documentaires over het onderwerp en het internet puilt uit van hulpsites, zelftesten, therapieën en theorieën. Zo stuitte ik op het SADD-effect, een seksueel syndroom waaraan mannen zouden lijden die teveel pornografie kijken en te vaak masturberen. Sommige (jongere) mannen blijken dusdanig gewend te zijn geraakt aan ‘visuele stimulatie’ en aan internet pornografie, dat ze niet in staat zijn om zich bij een daadwerkelijke vrijpartij te richten op een echte vrouw. Mannen die door SADD worden geplaagd vinden het vaak moeilijk om tijdens seks een erectie te behouden en lijken snel verveeld in bed. Tragisch hoor.

Omdat pornografie door internet in overvloed beschikbaar is, hebben veel mannen ongemerkt een vertekend beeld gekregen van erotiek. Ze ontwikkelen een typische pornomanier van masturberen, die nauwelijks te maken heeft met liefdevolle seks in het dagelijks leven. Gelukkig is de remedie simpel: een tijd geen pornografie kijken.

Een ander fenomeen dat op internet vaak wordt beschreven is het restless genital syndrome, ook wel persistent sexual arousal syndrome (PSAS) genoemd, dat zoiets betekent als het syndroom van de aanhoudende seksuele opwinding. Dat klinkt wellicht aantrekkelijk, maar voor vrouwen die lijden aan PSAS is het leven een hel. Zij zijn altijd opgewonden. En dat is dan geen opwinding die gepaard gaat met gevoelens en liefde, maar een alles bepalende, fysieke genitale dwang. Een permanente, geilloze geilheid. Waar deze opwinding vandaan komt, is niet duidelijk.

In Amerika, waar de afwijking het eerst is beschreven, dacht men aanvankelijk aan een psychische oorzaak, maar medici zijn zo langzamerhand tot de conclusie gekomen dat de opwinding lichamelijk is en te maken kan hebben met bloedtoevoer, zenuwen, hormonen, medicijngebruik en het veranderende vrouwelijke lichaam (de meeste patiënten zijn tussen de 40 en 65 jaar oud). Vrouwen met PSAS hebben voortdurend tintelingen in hun schaamstreek en het gevoel alsof ze op het punt staan om klaar te komen. Vaak komen ze ook daadwerkelijk klaar, door aanhoudende masturbatie of penetratie, niet voor de lust, maar om van de voortdurende spanning af te komen. Een orgasme geeft hen echter maar een kortstondige verlichting, want snel na hun hoogtepunt beginnen de tintelingen weer. Veel vrouwen moeten zodoende onophoudelijk klaarkomen om hun innerlijke brand te blussen.

Er is in de sensatiepers met hysterische lacherigheid over vrouwen met dit orgasmesyndroom geschreven, maar er is werkelijk niets om ons vrolijk over te maken. De schaamte bij de patiëntes voor hun aandoening is enorm, waardoor ze er tegenover iedereen over zwijgen en in eenzaamheid wegkwijnen. Dat is pas echt tragisch.