Wie Ich blase?

Rails Nummer 1 – februari 2006

Beeld: Marc Heeman

In de aanloop naar het WK voetbal volgend jaar bij de oosterburen, schrijft Ronald Giphart elke maand over Duitsland en de Duitsers. Dit keer: waarom Duits grappig is.

Wat is het toch dat wij Nederlanders Duits zo’n uitermate grappige taal vinden? Hans Teeuwen had in een van zijn shows een act over een nachtclubzanger die een Bootsjungen op übergeile wijze toehijgde, en de zaal lag plat. Had Teeuwen deze performance in het Limburgs of Fries gedaan, dan was het vast niet zo hilarisch geweest.

Tijdens mijn studietijd was het een ware sport: nasynchronisatie-imitatie. Ten eerste waren Duitse benamingen van Amerikaanse series natuurlijk al hilarisch. Dynasty heette bij de ARD of de ZDF bijvoorbeeld Der Denver Clan en The Outlaw trom Arizona werd doodleuk Johnny der blitzhafte Bube mit seinem goldenem Colt. Helemaal grappig vonden we vertalingen van Engelse clichézinnetjes. ‘Hee Mister, sei ein vernünftiger Outlaw und steek die Kanone weg, oder sonst knallt’s. ‘ ‘Hee Sherrif, Maul halten oder ieh leg dieh um!’ ‘Sie haben einen Deal. ‘

Een paar van mijn romans zijn vertaald in het Duits, en het is een vervreemdende ervaring om scènes die ik goed ken en waarin veel zweet en tranen zitten, herkenbaar en toch onherkenbaar terug te lezen. Een aantal maal heb ik in het Duits mogen voordragen, een al even hilarisch-vervreemdende ervaring omdat ik in sommige gevallen niet helemaal doorhad wat ik las, en het Duitse publiek… ook niet. Vooral passages over de Fortpflanzungstrieb en aanpalende schunnigheden deden het erg goed. Uit Der Voltreffer (zoals om onbegrijpelijke redenen de vertaling van Phileine zegt sorry heet): ‘Gulpje fragt, wie ich blase. Ich sage: Hä? Sie will wissen ob ich meine Zunge kreisen lasse, wenn ich an einem Jungen rumsauge’ (‘Gulpje vraagt hoe of ik pijp. Ik zeg huw? Ze wil weten of ik met m’n tong draai als ik een jongen afzuig’).

Het opvallende is dat passages als deze het geweldig doen in Duitsland, maar nog veel beter als ik ze in het Duits aan een Nederlands gezelschap voordraag. Dat noemen we het Rudi Carrell-effect: Duitsers die Engels verduitsen zijn hilarisch, maar Nederlanders die Duits vernederlandsen Gesässmuskelkneifend (bilspierknijpend). Een vriend van mij beweert dat er geen wezenlijk verschil is tussen Nederlanders en Duitsers, hooguit een kwart procent DNA, maar waarom moeten wij dan zo gulzig om Duitsers en de Duitse taal lachen? Dat is denk ik omdat Nederlanders van Duitsers houden op dezelfde manier waarom mensen in het algemeen van chimpansees houden. En dit bedoel ik zeker niet als flauwe grap. De primatoloog Frans de Waal heeft net een boek uit getiteld De aap in ons, over hoe ons gedrag is terug te zien bij primaten. Nu is het een oude essayistische truc om duidelijk te maken wat je bedoelt door in een fragment wat steekwoorden te vervangen. Als ik die truc toepas op een paar citaten uit de achterflap van De Waals boek, komt er dit te staan: ‘Als Nederlanders lachen om Duitsers, dan doen ze dat omdat ze de spiegel die hun wordt voorgehouden eigenlijk verontrustend vinden. Andere vreemd uitziende volkeren als Fransen en Italianen leiden immers niet tot dezelfde hilariteit. Duitsers maken ons een beetje zenuwachtig doordat ze ons onszelf in een onbarmhartig eerlijk licht laten zien en ons eraan herinneren dat wij, in de woorden van Desmond Morris, niet meer dan “naakte Duitsers” zijn.’

Zelf Duits praten!

Einige Schwere Wörter:

  • Fungizid: schimmeldodend
  • Verschlussstreifen: sluitstrip
  • Hautabschürfung: schaafwond
  • Knöchelchen: botje
  • Siebzehnundvier: eenentwintigen
  • hipp, hipp, hurra!: hiep, hiep, hoera!
  • Zärtlichkeitsbedürfnis: liefkozingen
  • Sprühdose: spuitbus
  • Aha Erlebnis: herkenningsbeleving
  • Schaukelpferd: hobbelpaard