Vara Gids 15, 9-15 april 2016
Hoewel zijn interviewprogramma ‘Wat gaat er nu door je heen?‘ van de buis moet door tegenvallende kijkcijfers is The best yet to come, aldus presentator Wilfred Genee.
Ik heb Johan Derksen september vorig jaar geïnterviewd voor de VARAgids. Een week later werd hij naar aanleiding van wat hij had gezegd door VI op staande voet ontslagen. Haha, en dat wil je met mij ook bereiken? Ik had de indruk dat Johan jou een beetje heeft misbruikt en je met voorbedachten rade heeft zitten voeden. Pas maar op.
Wij kennen elkaar van de mislukte zender Sport7, halverwege de jaren 90, waarvan jij de energieke jonge hond was. Dat werd je doorbraak in Nederland. Ja, daarvoor had ik gewerkt bij TV Plus en FilmNet. Bij dat laatste bedrijf was the sky echt the limit. Ik weet nog dat ik als zesentwintigjarige met mijn zus naar een wegrestaurant in Tilburg ging, waar ik van de directeur van FilmNet op een viltje het bedrag kreeg te zien dat ik zou gaan verdienen als ik bij hem kwam werken. Mijn zus donderde letterlijk van haar stoel. Ik speelde alsof ik redelijk onverstoorbaar was, waarop de man er nog een bedrag bij deed. Mijn zus zei op de terugweg: ‘Dit heeft papa in zijn hele leven nog nooit verdiend.’
Wat stond er op het viltje? Ja, ik snap dat jij dat leuk vindt om te weten. Ik heb het nog wel ergens, dat viltje. 135.000 gulden per jaar. Ik ben er in de jaren erna bij Sport7 en SBS 6 alleen maar op achteruit gegaan.
Je was dat geld blijkbaar waard, want je bleek een heel goede presentator. Bij Sport7 was je een van de goudhaantjes. Iedereen was stupéfait dat zo’n goed doorvoed mannetje uit Groningen de halve zender aan elkaar praatte. Was ik mollig toen? Nou ja, in mijn studententijd leefde ik niet zo gezond als ik nu doe. Jij zegt goudhaantje, maar dat was niet de bedoeling, hoor. Aanvankelijk zou ik hooguit twee programma’s per week presenteren. De avond voor de zender van start zou gaan, werd ik om half acht gebeld door de directeur van Sport7 of ik even wilde langskomen. Kwam ik in een vergadering met onder anderen John de Mol. Dat werd een gesprek van hooguit twee minuten. Presentatrice Marleen Houter had op staande voet ontslag genomen toen ze hoorde dat Barend & Van Dorp naar Sport7 zou komen. Zij stond voor vijf programma’s in het schema. Of ik die niet wilde doen. Toen ik naar buiten liep, werd ik door John de Mol, die zich nog niet had voorgesteld, op mijn schouder getikt. Hij zei: ‘Kans voor open doel, hè? Ik zou hem lekker inkoppen als ik jou was.’ Daarna ging hij weg zonder iets te zeggen.
Hoe was die tijd bij Sport7? Ik kan dingen makkelijk opvangen als er iets misgaat, want ik doe alles zonder autocue. Er klopten zo vaak dingen niet. Dan stond ik bijvoorbeeld live te wachten op bandjes van een wedstrijd van PSV, die niet kwamen. Wel zagen we de opstelling. En ik maar praten. ‘Dames en heren, kijkt u even mee, dan halen we eerst samen even de fouten eruit… Van Eikelenkamp is natuurlijk Eijkelkamp, René Eijkelkamp om precies te zijn, en het is niet Marco Vink, maar Marciano.’ En vervolgens kreeg ik in mijn oor het bericht dat de band er nog steeds niet was, en of ik even een minuut, twee minuten, vijf minuten wilde volpraten. Ik had toen echt een fotografisch geheugen voor namen, rugnumniers, leeftijden en geboorteplaatsen. Ik wist alles. Na drie maanden werd ik gebeld door John de Mol. Hij had goed nieuws en slecht nieuws. Het goede was dat hij vond dat ik de bal echt lekker had ingekopt. Daar was ik zeer blij mee. Het slechte nieuws dat de zender een dag later uit de lucht werd gehaald, haha.
Ik kan me herinneren dat jij een van de koppen van jut was waarop de algemene weerzin tegen het mislukte avontuur zich richtte. Ik moest het toen in de regel niet hebben van mijn vriendelijke en sympathieke uitstraling en mensen lieten me dat merken. Ze dachten al heel snel: wie denkt die Genee wel niet dat-ie is? Dat is iets dat nog steeds aan me kleeft. Toen Johan Cruijff overleed, zat ik ’s avonds bij Pauw, met Van Nieuwkerk, Jansma en Egbers. Jeroen Pauw warmde de zaal op en zei tegen zijn publiek: Wilfred, jij hebt de vreemde eigenschap om het voor iedereen ongemakkelijk te maken, zowel voor jezelf als voor je gasten.’ Matthijs riep dat dat een leuk onderwerp was om in de uitzending te bespreken.
En klopt Pauws stelling? Ik moet bekennen van wel. Ik vind ontregelen leuk en spannend. Dat pedante heb ik altijd wel gehad, dat het presenteren me zo gemakkelijk af gaat, is een gave die ik heb meegekregen. Van de week had ik in The friday move op BNR Nieuwsradio CDA-Europarlementariër Wim van de Camp te gast. Ik stelde een vraag, maar na twintig seconden zei ik: ‘Wim, alsjeblieft, stop ermee, dit loopt helemaal weg. We zijn alle luisteraars nu kwijt. Dat zou ik vijf jaar geleden niet gedurfd hebben. Maar ik heb ook echt geen zin meer in die bullshit. Als ik merk dat iemand over een onderwerp geïrriteerd raakt, dan ga ik daar wel even op door. Wrijven in een vlek, noemen we dat.
Is dat een interview-truc? Wanneer is iets een truc en wanneer echt? Ik vraag me dat bij alles wat ik doe af. Na een uitzending, in de auto terug, worstel ik daar ook vaak mee. Mijn vrouw zat naar mijn tv-interview met Beau van Erven Dorens te kijken en ze zag wat ik deed: naar achter hangen en mijn lip bewegen. Ze zei: ‘Als je dat bij mij doet wanneer we ruzie hebben, kan ik je wel wat aandoen.’ Toen ik Matthijs van Nieuwkerk interviewde had ik me voorgenomen om het gesprek heel ongemakkelijk te beginnen. Vlak voordat de opname begon, vroeg ik Matthijs wat wel en niet mocht. Hij zei: ‘Alles mag. Doe maar. Bring it on.’ Ik dacht: oké, kom maar op. Matthijs ging met zijn armen over elkaar zitten. Heel gesloten. Ik voelde: nu moet ik het meteen even ongemakkelijk maken. Dat is goed voor het verdere gesprek.
Ken je alle trucs of ben je nog aan het leren? Ik leer nog elke dag. Ooit interviewde ik Co Adriaanse over fouten maken. Ik noemde wat voorbeelden. Hij zei stellig: ‘Ik maak geen fouten.’ Tijdens het gesprek kwam ik erachter dat ik te veel op zijn huid zat, en dus ging ik achterover leunen met mijn armen ongevaarlijk naast mijn lichaam. Ik zei dat het me lekker leek om nooit fouten te maken. Ik maak iedere dag fouten, riep ik, wat fijn moet het zijn om je daarover geen zorgen te maken. Er donderde een muur om. Ik zag Co nadenken en hij zei letterlijk: ‘Nee, natuurlijk heb ik fouten gemaakt en ik maak fouten.’ Die truc, de zelfonthulling, had ik nog niet in mijn arsenaal.
Wanneer is een interview geslaagd? Als je goed gescoord hebt? Echt interviewen is luisteren en doorvragen. Het interview begint pas bij de derde of vierde vraag. Wat daarvoor zit, is eigenlijk niet interessant. Zoals jouw eerste vragen, dat zijn openingen. Ik wil mooie televisie maken, goeie interviews, goeie radio. Jammer dat de kijkcijfers van Wat gaat er nu door je heen? achterbleven. Al moest ik er ook niet om huilen, zoals ik ergens las. Ik kan voor mezelf zeggen: het programma klopte. Misschien dat een zondagavond tussen 20:00 en 21:00 uur beter had gewerkt, qua kijkersaantallen.
Aan de interviews die ik vooraf met jou heb gelezen, valt me op dat die in twee categorieën uiteen vallen: interviews waarin men gaat aantonen dat je inderdaad de pedante lul bent die je blijkbaar bent, en interviews waarin juist wordt getoond datje ook een zachte kant hebt. Dat pedante vergroot ik graag uit, dat is een vorm waarbij ik iets kan bewerkstelligen. Ik merk dat mensen me nog steeds irritant vinden, maar toch ook zien dat ik best kan presteren. Maar ik heb mijn leermomenten gehad. Mijn gekoketteer met kennis was vroeger een middel om controle te houden, dat heb ik nu minder nodig. Ik vind het overigens niet per se prettig om zelf geïnterviewd te worden. Ik doe het omdat ik zelf ook mensen interview. Voor wat hoort wat.
Zie je wanneer je zelf wordt geïnterviewd hoe een interviewer zijn lijnen uitzet? Geeft jou dat, met jouw ervaring, niet een enorme voorsprong? Over het algemeen wel, ik gebruik die voorsprong soms ook wel eens. Laatst zat ik bij Adieu God?, en eigenlijk voelde ik niet de behoefte veel te vertellen, maar zat ik er vooral voor Tijs van den Brink. Iedere keer als een situatie lastig werd, ging ik spiegelen en vroeg ik: ‘Thijs, hoe zit dat dan bij jou?’ Hugo Camps koos bij mij voor een boterzachte benadering, want hij wist dat als hij mij hard zou aanvallen, dat averechts zou werken en hij helemaal niets zou krijgen. Hoe had jij dat overigens bedacht? Kijk, nu ga ik de interviewer uithangen…
Ik heb daar ook over nagedacht. Een confrontatie zou niet goed werken, want ik denk dat weinigen op dat gebied tegen jou op zouden kunnen. Ik in ieder geval niet. Ik denk dat je een mate van woede in je hebt die je soms aanboort. Woede is vaak verborgen pijn, hoorde ik laatst iemand zeggen in de Netflix-serie Suits. Ik heb soms woede in me ja, over de wereld, over hoe mensen met elkaar omgaan, over hoe er soms met mij wordt omgegaan. Het is meer mijn onmacht die ik dan voel. Ik maak me bijvoorbeeld druk over bewust eten, omdat ik zie waar we met z’n allen mee bezig zijn. De werkelijkheid stemt me niet vrolijk. Daarnaast kom ik er in mijn streven naar perfectie achter dat ik niet de perfecte vader ben, niet de perfecte echtgenoot, niet de perfecte presentator, en daarom bouw ik ook een irritatie naar mezelf op.
Kortom, je bent een mens. Ja, dat schijnt dus wel zo te zijn. Laat het in godsnaam niet uitlekken. Mijn woede blijft heel lang weg. Maar als hij er is, dan kan hij enorm zijn. Ik doe nog te vaak dingen die ik eigenlijk niet wil, die ik niet vanuit mijn hart doe. Daardoor doe ik dingen soms halfslachtig, en dat ergert mij.
Over woede gesproken. Je noemde net Tijs van den Brink… Ik vond het echt bewonderenswaardig hoe hij in die befaamde uitzending van Voetbal Oranje waarin Nederland getuige was van de bijna Oud- Testamentische ruzie tussen Johan Derksen en René van der Gijp, rustig en bemiddelend bleef. Heb je het daar later nog met hem over gehad? Jazeker, dat komt nog steeds ter sprake. Tijs is echt een leuke man. Ik heb hem een keer erg beledigd en nog voor dat interview verscheen, heb ik daarvoor mijn excuses aangeboden. Ik ga niet herhalen wat, want dat vind ik vervelend voor Tijs. Ik vroeg me later ook echt af waarom ik zo gedaan had. Mijn vrouw werd boos op me, toen ze hoorde wat ik had gezegd.
Wat had je dan gezegd? Nee, ik herhaal het echt niet. Google het maar, als je het zo graag wilt weten. Ik heb met de journalist gebeld of mijn uitspraak uit het interview kon, maar dat kon niet. Toen heb ik Tijs gebeld en verteld dat ik iets doms had gezegd waar ik meteen spijt van had. Dat het goedkoop scoren was. Hij bedankte me en later heeft hij me gezegd dat hij het inderdaad geen fijne opmerking vond. Vervelend, zeker nu ik weet hoe vriendelijk hij is. Johan zegt ook altijd: ik vind het makkelijker om mensen te beledigen als ik ze niet goed ken.
Jullie beledigen in Voetbal inside zo veel mensen. Als kijker denk ik: die mensen’ zitten te kijken en hebben een rotavond. Die opmerking maak ik ook weleens. Gelukkig heb ik zelf ook zo’n berg shit over me uitgestort gekregen, in columns en op Twitter. Johan zegt dan: Tijl Uilenspiegel, je hebt het zelf verdiend. Ik probeer het van me aflaten glijden, zoals ik hoop dat mensen dat bij ons ook doen.
In bijna ieder interview benadruk je dat het je niet interesseert wat mensen van je denken. Dat kan ik niet geloven. Ik heb een manier ontwikkeld om met kritiek en meningen om te kunnen gaan. Alleen ben ik daar zo gesloten door geraakt, dat er ook andere zaken langs me heengaan. Dat is een gevaar.
Zou je als interviewer nog beter worden als je die schil van je af weet af te werpen? Ik heb een paar gesprekken gehad bij de Publieke Omroep; met onder andere Frans Klein (directeur NPO – RG), naar aanleiding van mijn tv-gesprekken de afgelopen tijd. Daarin trokken ze de conclusie dat ik als interviewer verder zou komen wanneer ik ook mijn andere kant zou laten zien. Ik denk dat dat klopt. Alleen het praatprogramma dat ik presenteer, leent zich daar niet voor. Ik heb een stijl ontwikkeld die werkt, maar ik weet dat ik opener kan zijn. De essentie is dat ik in ontwikkeling ben. Collega-interviewster Antoinnette Scheulderman wordt altijd gek als ik tegen haar zeg: the best is yet to come. Dat geloof ik echt. Alles wat ik tot nu toe heb gedaan, was op basis van techniek en tactiek, maar je bent pas echt goed als je iets van jezelf kunt toevoegen.
CV
Wilfred Genee (Leeuwarden, 1967) ging na het gymnasium rechten studeren. Tijdens zijn studie werkte hij voor de lokale omroep, waar hij opviel. Hij was met Koos Postema het gezicht van Sport7. Voor RTL presenteerde hij Voetbal insite en voor Talpa De wedstrijden. In 2008 koos hij voor Eredivisie live en dat jaar startte hij VI, de voetbaltalkshow met Johan Derksen. In 2011 wonnen zij de Gouden Televizier-Ring. Op BNR Nieuwsradio presenteert Genee iedere vrijdag The friday move. Hijschreef jarenlang-voor Playboy. De Telegraaf en tot op heden voor Algemeen Dagblad. In februari tekende hij live in de uitzending van Voetbal inside een nieuw contract dat hem tot 2018 aan RTL bindt. Genee is getrouwd en heeft twee kinderen. Zijn vrouw Lili en hij publiceerden twee kookboeken.
TV
‘Ik zie natuurlijk heel veel sport, dat kan niet anders. Sport moet ik kijken voor mijn werk. Ook kijk ik veel naar praatprogramma’s. Voor mijn plezier ga ik graag naar Netflix. House of cards is een favoriet. Onlangs heb ik de advocatenserie Suits in één week uitgekeken. Alle seizoenen wel te verstaan. Ik vind de gedachtengang erachter fijn, dat snelle, dat scherpe denken. Op wie ik het meest lijk? Ik vrees toch meer op de gladde Harvey Specter, dan op hoofdpersonage Mike Ross. Ik luister in de auto veel Nederlandstalig. BNR luister ik veel. Radio 1 ook wel, maar minder. Graag zet ik ook een cd op van André Hazes, en dan zing ik nog altijd mee.’