Ronald Giphart, in 2011 Schrijver op Locatie, schreef het scenario voor de film ‘Boelelaan’. De film speelt zich voor het grootste gedeelte af in een van de liften in het hoofdgebouw van de VU.

Boelelaan

By hans, 30 september 2015

Film ‘Boelelaan’ geschreven door Ronald Giphart

Ronald Giphart, in 2011 Schrijver op Locatie, schreef het scenario voor de film ‘Boelelaan’. De film speelt zich voor het grootste gedeelte af in een van de liften in het hoofdgebouw van de VU.

In de film, geregisseerd door Peter Wollring, spelen VU-studenten Mehmet Akkoç, Nikki Schrama, Sterre Benjamins, Nikki Dekker, Floortje van den Elshout, Frances Gallimore, Awisa Shamshiri en docent Nienke Vos mee.

De faculteit der letteren van de vrije universiteit presenteert…

Ronald Giphart: scenario, casting en acteursregie

Peter Wollring: regie, camera, montage en casting

Jeroen van Baaren: adviezen

Kevin McLeod: muziek

Jan Oegema: Projectcoördinator

Met dank aan: Cultuurcentrum Griffioen, Dick Roodenburg

Ronald Giphart was de vijfde Schrijver op Locatie aan de VU. Abdelkader Benali, Marcel Moring, Christine Otten en Renate Dorrestein gingen hem voor. Dit is een Wollring Media productie in opdracht van de Vrije Universiteit Amsterdam, 2012.

Boelelaan
Muziek en liftgeluiden
Nienke: ‘Hoe lang staan jullie hier al?’
Meisje met spijkerjas: ‘Heel erg lang.’
Meisje met lange zwarte krullen: ‘Een half jaar.’
Meisje met spijkerjas: ‘Sinds het begin van m’n studie.’
Lift komt er aan en iedereen stapt er in. Deuren gaan dicht en Mehmet komt aanrennen en steekt z’n hand in de kier.
Mehmet: ‘Wacht! Wacht even!’
Mehmet stapt in en drukt op de bovenste knop.
Mehmet: ‘Dat scheelde weinig.’
Meisje met koptelefoon: ‘Hé Mehmet.’
Mehmet kijkt haar aan.
Mehmet: ‘Hé.’
Mehmet kijkt weer weg.
Nienke: ‘Dag Mehmet.’
Mehmet: ‘Mevrouw Vos.’
Nienke: ‘Gaat alles goed?’
Mehmet: ‘Ik heb best een kater.’
Nienke: ‘Heb je dat verslag nog gemaakt?’
Mehmet: ‘Verslag?’
Nienke: ‘Dat verslag. We zitten er een beetje op te wachten.’
Mehmet: ‘Verslag.’
Nienke: ‘Narratologisch en intertekstueel analyse van Augustinus. Confucius, Boek 9. Feminist reading and agasting. Heb je dat verslag nog gemaakt?
Mehmet: ‘O dat verslag. Nee.’
Nienke: ‘Ik heb vandaag geen tijd maar ik wil dat je morgen naar mijn kamer komt. We gaan hier over praten, Mehmet.’
De lift hapert en de lichten flikkeren.
Mehmet: ‘Wat gebeurd hier?’
Nienke: ‘Nou niks, de lift staat even stil.’
Mehmet: ‘Nee, toch?’
Meisje met koptelefoon: ‘Stel je niet aan. Hij doet het zo weer.’
Mehmet: ‘Ik kan hier echt heel slecht tegen.’
Meisje met spijkerjas: ‘Het gebeurd wel vaker. Ik heb het vorige week ook nog gehad.’
Mehmet: ‘Ik had ook de trap moeten nemen.’
Mehmet gaat op alle knoppen drukken.
Meisje met koptelefoon: ‘Dat helpt echt niet, hoor.’
Meisje met lange zwarte krullen: ‘Doe nou maar rustig.’
Meisje met spijkerjas: ‘Vind je het niet leuk met ons, Mehmet?’
Mehmet: ‘Iemand moet toch wel doorhebben dat we vastzitten hier.’
Meisje buiten beeld: ‘Maak je nou maar geen zorgen.’
Nienke: ‘Het komt heus allemaal wel goed, Mehmet.’
Mehmet: ‘Ik maak me wel zorgen want als ie urenlang gaat vastzitten. Ik kan daar niet tegen. Ik heb daar nooit tegen gekund.’
Meisje met lange zwarte krullen: ‘Wow. Maar wat kan er gebeuren? Heeft iemand op het alarm gedrukt?’
Nienke zegt iets onverstaanbaars.
Beelden van buiten de VU.
Meisje met spijkerjas [tegen Mehmet]: ‘Diep ademhalen!’
Meisje met lange zwarte krullen: ‘Het komt allemaal wel goed.’
Mehmet: ‘Hoe lang zitten we hier al?’
Nienke: ‘Geen bereik.’
Meisje met spijkerjas: ‘Mehmet? Ik begrijp van mevrouw Vos dat je je verslag nog niet hebt gemaakt en ingeleverd.’
Meisje met lange zwarte krullen: ‘En hoe zit dat met die college-aantekeningen die je van ons hebt geleend?’
Meisje met spijkerjas: ‘Die hebben we je een maand geleden gegeven, hè…’
Meisje met lange zwarte krullen: ‘Je zou ze de volgende dag teruggeven, hè. Dat heb je nog steeds niet gedaan.’
Mehmet: ‘Nee?’
Meisje met spijkerjas: ‘Je had het beloofd, Mehmet.’
Mehmet: ‘Ik heb ze niet meer. Ik heb ze laten liggen, ergens.’
Meisje met spijkerjas: ‘Waar heb je ze laten liggen?’
Mehmet: ‘Weet ik niet. Sorry.’
Meisje met lange zwarte krullen: ‘Hoe weet je dan dat je ze ergens hebt laten liggen?’
Mehmet: ‘Hè? Weet ik niet. Sorry.’
Meisje met spijkerjas: ‘Sorry? Je bent onze aantekeningen kwijt en het enige wat jij kan zeggen is ‘sorry’?’
Mehmet: ‘Ja sorry. Als ik deze lift uitkom, ga ik ze meteen zoeken.’
Meisje met spijkerjas: ‘Tjonge jonge…’
Mehmet: ‘Waarom doet iemand niets? Hoe lang zitten we hier al? Ook geen bereik hier. Overal is bereik in dit gebouw, behalve hier. Ik ben niet claustrofobisch of zo, ik heb alleen een hekel aan kleine ruimtes.’
Mehmet [roept en klopt op de liftdeur]: ‘Hallo? Hallo? Kan iemand ons horen, we zitten vast hier. Hallo?’
Meisje met koptelefoon: ‘Enne… Mag ik ook ‘ns wat vragen? Heb jij… Mehmet?’
Mehmet: ‘Wat?’
Meisje met koptelefoon: ‘Heb jij tegen jouw vriend Jelle gezegd dat dat meisje met die roos op d’r koptelefoon makkelijk te versieren zou zijn?’
Mehmet: ‘Wat?’
Meisje met koptelefoon: ‘Jelle zei dat jij had gezegd dat ik makkelijk te versieren zou zijn. Dat je mij met een vingerknip zou kunnen pakken.’
Mehmet: ‘Heb ik dat gezegd? Eh…’
Meisje met koptelefoon: ‘En waarom vergeet je altijd m’n naam?’
Mehmet: ‘Je naam?’
Meisje met spijkerjas: ‘Hoe heet zij? Wat is haar naam? Jullie hebben al fucking twee jaar samen college, Mehmet.’
Meisje met lange zwarte krullen: ‘Je kijkt haar iedere keer aan alsof je haar voor de eerste keer ziet.’
Nienke: ‘Weet je… Je bent eigenlijk een erg vervelende vent, Mehmet.’
Mehmet [bonkt op de liftdeur]: ‘Kan iemand deze lift maken? Kan iemand deze lift maken? Kan iemand deze lift maken?’
Meisje buiten beeld: ‘Jahaaaa.’
Mehmet: ‘Wat gebeurt er hier?’
Vrouw 1 [foto op liftmuur begint te bewegen en te praten]: ‘Mag ik ook ‘ns wat vragen?’
Mehmet: ‘Hè?’
Vrouw 1: ‘Jij weet niet meer wie ik ben, hè? Ik werk op de achtste verdieping. Bij de Randevu. Ik ben de kantinejuffrouw.’
Mehmet: ‘Wat is er aan de hand hier? Hè?’
Vrouw 1: ‘Nooit gun jij me een blik waardig. Nooit zie jij hoe ik met liefde een extra grote croquet voor je uitzoek.’
Mehmet: ‘Sorry. Sorry.’
Vrouw 1: ‘Ja, nu zegt ie sorry.’
Mehmet gaat op de grond zitten.
Vrouw 2 [ook een foto op de liftmuur]: ‘Mehmet? Joehoe, Mehmet?’
Mehmet: ‘Wat?’
Vrouw 2: ‘Je weet natuurlijk niet meer wie ik ben. Maar ik zit achter de kassa bij de boekhandel. Hoe vaak ik niet heb geprobeerd om een gesprek met je aan te knopen over de boeken die je hebt gekocht.’
Mehmet: ‘Hè?’
Vrouw 2: ‘Ben ik niet leuk genoeg? Vind je het niet interessant om over boeken te praten?’
Mehmet: ‘Ik ben verlegen.’
Vrouw 2: ‘Je bent helemaal niet verlegen.’
Mehmet: ‘Sorry. Sorry.’
Vrouw 2: ‘Ja, dat gesorry dat kennen we nu wel.’
Beelden van buiten.
Mehmet: ‘Hoe lang gaat deze hel nog duren?’
Meisje met spijkerjas: ‘Vind je het niet gezellig, Mehmet?’
Mehmet staat weer op en kijkt naar de foto van Nikki op de liftmuur.
Mehmet: ‘En jij? Wat heb jij op me aan te merken?’
Nikki: ‘Ik? Waarom zou ik iets op jou aan te merken hebben?’
Mehmet: ‘Weet ik niet.’
Nikki: ‘Alles dat we hebben meegemaakt, toch? Weet je nog wie ik ben?’
Mehmet: ‘Ja… Hoi…’
Nikki: ‘Hoi…’
Mehmet: ‘Je bent toch, eh…’
Nikki: ‘Je weet het niet meer, he?’
Mehmet: ‘Jawel… Je bent toch, ehm… Nee, ik weet het niet meer.’
Nikki: ‘Je weet het echt niet meer?’
Mehmet: ‘Sorry.’
Nikki: ‘Jaha… Nu mag je ‘sorry’ zeggen… Weet je echt niet meer wie ik ben?’
Mehmet: ‘Ben jij een vriendin van Ardy?’
Nikki: ‘Ik ken geen Ardy. Ik weet niet wie Ardy is.’
Mehmet: ‘Wacht, jij bent…’
Nikki: ‘Waar was je gisteravond?’
Mehmet: ‘Ik? Ik was op een feest bij De Griffioen. Jij was ook op dat feest.’
Nikki: ‘Weet je het echt niet meer?’
De lampen in de lift gaan weer knipperen.
Mehmet: ‘Waarom doet niemand iets?’
Nikki: ‘We hebben een uur samen gepraat… Ja. Hoe heet je? Wat ik niet begrijp, we hebben de halve avond gepraat samen. Samen gedronken, over je Master verteld. We hebben buiten staan roken. We hebben de sterren aan de hemel gezien, Mehmet. Weet je dat niet meer? Je hebt mooie poëzie voor me gedeclameerd: In het midden van mei, als de nachtegaal gaat zingen en de avondglans heelt in de morgense schijn. Als de schuchtere geur van de late seringen, die zich mengt met de geur van de vroege Jasmijn…
Mehmet: ‘Ben jij eh…? Heb ik…? Hebben wij…?’
Nikki: ‘Wat?’
Mehmet: ‘He, ben jij het meisje met wie ik…?’
Nikki: ‘Ja, Mehmet. In het park… Bij het water… Het maanlicht dat verscheen in de vijver… Emotioneel moment… En niet alleen dat… Je hebt me ten huwelijk gevraagd, Mehmet… Weet je dat niet meer? Je hebt me ten huwelijk gevraagd. Je hebt me heel romantisch ten huwelijk gevraagd. Het was echt een heel mooi moment met heel veel diepgang. Ik kan niet anders zeggen; het was liefde op het eerste gezicht.’
Iedereen in de lift: ‘Awwww…’
Nikki: ‘Kennen jullie dat? Dat je een man ontmoet en dat je weet: ‘Dit is ‘m’. Dat heb ik met Mehmet. En Mehmet had het met mij, zei hij. Vuurwerk. Bliksemflits. Goetefoe. En dat we allebei voelde dat het een heel speciaal moment was, ging hij… En dit is echt gebeurd… Zeeg hij neer op z’n knieën. ‘Ik je eenentachtig minuten en tweeëndertig seconde’, zei hij. ‘En toch vraag ik je met alle warmte van m’n hart; wil jij voor altijd de mijne zijn?’
Iedereen in de lift: ‘Eeeeee…’
Nikki: ‘Zonder jou is het leven koud en nutteloos. Jij geeft het leven glans. ‘t Zonlicht. De bloemen. De liefde. Dat ben jij. Wie zou er nou niet vallen voor zo’n cri de coeur? Anyway, pak Mehmet bij z’n schouder. Mehment rees omhoog en toen…’
De lift lijkt het weer te doen…
Mehmet: ‘Ja… ja… O, ha, gelukkig!’
Mehmet loopt de lift uit en ziet Nikki in het echt.
Mehmet: ‘Hé… Hé… Jij bent toch dat meisje? Weet je niet meer wie ik ben?’
Nikki: ‘Jawel…’
Mehmet: ‘Wat…?’
Nikki: ‘Nee, ik weet het niet meer…’ [en loopt weg]
Mehmet [er achteraan]: ‘Wacht, even… Waar was jij gisteravond?’
Nikki [staat nu in de lift en Mehmet houd de deuren open]: ‘Op een feestje bij de Griffioen… O… Jij was op dat feestje…’
Mehmet: ‘Weet je het echt niet meer? We hebben uren samen gepraat. Ik heb je over mijn master verteld. We hebben buiten de sterren gezien. Ik heb focking poëzie voor je gedeclameerd; In het midden van mei, als de nachtegaal gaat zingen en de avondglans heelt in de morgense schijn. Als de schuchtere geur van de late seringen, die zich mengt met de geur van de vroege Jasmijn…’
Nikki: ‘Awwww…’
Mehmet: ‘Weet je dat niet meer?’
Nikki: ‘Nee, sorry. Ik weet het niet meer… Ik heb echt een mega-kater.’
Mehmet: ‘Ik heb je ten huwelijk gevraagd. Ik heb je heel romantisch ten huwelijk gevraagd. Ik ben door m’n knieën gegaan en je hebt ‘ja’ gezegd. Je hebt ‘ja’ gezegd, Nikki.’
Liftdeuren gaan dicht en Nikki knipoogt naar de camera.
Einde en Aftiteling