De vertolking

By hans, 27 juli 2019

Subtitel: Toneelscènes van zes prozaschrijvers over het thema van de Boekenweek 2006

Schaamschurft doet Japan

(We zien een nogal wanordelijke grote hotelkamer met een zithoek en een dressoir met een minibar. Er liggen kleren. Er slingert een gitaar. Er staat een fles champagne in een koeler. PIZZICATO FIVE (gelikte Japanse glitterdeuntjes) komt door de boxen van het stereomeubel. Berry ligt in een lits-jumeaux onder een dekbed. Hij is driftig aan het sms-en.

Er wordt GEKLOPT.

Er wordt LUIDER GEKLOPT.

Er wordt HEEL HARD GEKLOPT.

Zuchtend staat Berry op om naar de deur te schuifelen.)

FRANS (buiten beeld): Mogen we binnenkomen?

BERRY: Waarom?

LUUK (half in de deur): We moeten wat bespreken.

BERRY: Jezus, hoe laat is het?

FRANS: Vijf over zeven.

BERRY: ‘s Ochtends?

LUUK: Ja. ’s Ochtends. Mogen we binnenkomen?

BERRY (schouder ophalend): Okay.

(Frans en Luuk komen binnen. Berry stapt weer in bed. Frans en Luuk trekken beiden een stoel van de zithoek.)

BERRY: Ik ben heel benieuwd.

FRANS: Nou het punt is… Eh, gaat het overigens goed?

BERRY: Ja. Het gaat heel goed.

(Plotseling wordt het dekbed opengeslagen en een Japans meisje glipt naar de badkamer, met haar handen haar lichaam bedekkend. Frans en Luuk kijken haar verbaasd na.)

FRANS: Wie… Wie was dat?

BERRY: Ik weet niet hoe ze heet. Iets met Onnee of Onni. Zo’n soort naam.

LUUK: Aha. Enne… Hoe komt ze hier?

BERRY: Geen flauw idee.

FRANS: Aha.

BERRY: Ik was een beetje dronken.

LUUK: Ja, die indruk kregen we al.

BERRY: En plotseling kwam ik erachter dat ze in m’n bed lag.

FRANS: Onnee.

LUUK: En toen heb je haar niet weggestuurd, of zo?

FRANS: Ik vind als ik dronken ben nooit meisjes in m’n bed.

LUUK: Bevestigt maar weer: wat is het toch fijn om een popartiest te zijn.

BERRY: He ja, die discussie weer. Daar zat ik net op te wachten.

FRANS: Maar hoe ging dat dan echt met dat meisje? Hoe komt ze hier?

BERRY: Jezus, het is gewoon een meisje. Er zijn toch altijd meisjes?

FRANS: Ik snap het niet. Hoe laat gingen we vannacht weg uit die bar beneden? Drie uur, of zo? Die bar ging sluiten. We moesten weg. Ik zag geen Japanse meisjes meer.

BERRY: Ja.

(Berry steekt een sigaret op. Frans kijkt Luuk aan.)

FRANS (tegen Luuk): Ik ben gewoon benieuwd hoe hij aan dat meisje is gekomen.

BERRY: Eh jongens? Jullie komen mij om zeven uur ’s ochtends wekken om te vragen hoe ik een Japanse groupie heb versierd.

LUUK: Nou, wekken. Ik geloof niet dat we je gewekt hebben. (Stilte)

BERRY: Nee. (Pauze) We lagen muziek te luisteren.

LUUK: Muziek is ons lust en ons leven.

BERRY: Jullie zijn hier gekomen om over muziek te praten?

FRANS: Nou, inderdaad. Ook ja. (Stilte)

BERRY: Willen jullie wat drinken? Ik heb nog champagne. Mijn minibar is half leeg, maar er zijn ook nog van die kabouterflesjes whisky.

FRANS: Heb je champagne laten komen?

BERRY: Ja, ik heb champagne laten komen (Plotseling fel). Als we dan god betere één keer met de band naar Japan mogen, laten we ons goddomme ook als rocksterren gedragen. Kom op, jongens. Dit is rock-‘n-roll!

LUUK: Ja. Maar je weet dat het management alleen onze hotelovernachtingen vergoedt. Drankjes moeten we zelf betalen.

BERRY: Nou en, lul! Betaal ik die champagne zelf. Hoe vaak spelen we Japan plat? Jongens, live the big life! Dit zijn de krenten in de pap. Verder dan Japan zullen we niet komen. We zijn rock, we zijn punk. Wij moeten zo dadelijk deze slaapkamer gaan slopen. We gaan de televisie het raam uit pleuren. Hoort er allemaal bij. (Stilte)

FRANS: Tja. Ik denk niet dat het management dat vergoedt. (Frans staat bij het dressoir met de champagnefles in zijn hand.)

LUUK: En iets zegt me dat Bertold dat ook wel weet.

BERRY: Maar goed. Waarom waren jullie hier ook alweer?

LUUK: Ja. Eh… (Stilte) We moeten iets opbiechten. Tenminste Frans moet iets opbiechten. (Frans schrikt op.)

FRANS: Eh ja! (Pauze) Het gaat over het gesprek van vannacht. (Pauze). Kijk, hoe ontstaat zoiets? Dat heeft te maken met dingen als de dynamiek van de avond.

BERRY: ‘De dynamiek van de avond.’

FRANS: Ja, eerst dat half mislukte optreden van ons.

LUUK: Nou, dat viel wel mee.

FRANS: Echt niet, hoor. Ten eerste waren er bedroevend weinig mensen, en de mensen die er waren, kregen we toch niet van de banken.

LUUK: Ja, goed, okay. Maar daar hoeven we het niet nog een keer over te hebben.

BERRY: Nou…

LUUK: Dat hebben we vannacht al tot in de miniemste gitaaraanslag uitgevochten.

FRANS: Okay. We komen niet voor niets nu bij je. Waar het om gaat is… Eh, mag ik wat champagne? (Frans staat op en schenkt een glas in.) Jij ook? En zou Onni nog willen?

LUUK: Vertel je verhaal.

FRANS: Ja. Nou. Op een gegeven moment werden we allemaal heel erg dronken. En we hadden echt een goed verhelderend gesprek, dat vonden jullie ook. Jammer dat het dan toch weer met ruzie moet eindigen.

LUUK: En met een huilbui.

FRANS: En met een huilbui, maar dat doet er niet toe, ik heb al gezegd dat mijn huilaanvallen niets voorstellen. Als ik dus echt heel erg veel, te veel, gezopen heb, dan ga ik dus echt ongelofelijk uit m’n nek lullen. (Stilte.) En waar we het dus vannacht over hadden… (Stilte.) Toen ik jou en Luuk op een gegeven moment hoorde praten over Sophie, en in hoeverre zij tijdens haar relatie met jou… (pauze) al dan niet vreemdgegaan zou zijn, en toen daarbij ook nog eens de naam Dirk viel, nou ja, wat ik toen – en dat is dus echt volledig te danken aan en te verwijten aan de alcohol – wat ik toen over Sophie en Dirk vertelde… (Pauze) Dat slaat dus nergens op. Helemaal nergens. Ik heb volslagen uit mijn nek zitten ouwehoeren. Het is dus allemaal niet waar wat ik dus schijn te hebben gezegd. Niet waar.

BERRY: Wat zeg je nou? Het is niet waar. (Lacht hard). Het is niet waar.

FRANS: Ik heb echt enorm zitten lullen. Dronkenmanspraatjes. Gewauwel. (Berry denkt na.)

BERRY: Je zei het anders allemaal met een enorme stelligheid.

FRANS: Dronkenmans stelligheid.

BERRY: Je kwam echt heel erg nuchter over. Schenk mijn glas nog eens bij. (Frans schenkt het glas van Berry bij.). Even… (Maakt een gebaar dat hij na moet denken) Je zei vannacht dat ‘de affaire’, zoals je het noemde, tussen Sophie en Dirk een publiek geheim was. Publiek geheim, die woorden gebruikte je. Dat iedereen wist dat Sophie en Dirk hét al maanden met elkaar déden. Dat er door iedereen die met muziek te maken heeft – en nu citeer ik jou – over Sophie en Dirk werd gepraat.

FRANS: Ja, dat heb ik gezegd. Maar wat ik net al zei…

BERRY: Jij zei dat ‘de hele Nederlandse popscene’ wist dat de ex-drummer van Schaamschurft in het geniep neukte met de inmiddels ex-vriendin van de zanger van Schaamschurft. Dat zei jij.

FRANS: Dat heb ik gezégd, maar luister nou! Het slaat dus helemaal nergens op. Ik weet niet wat me bezielde. Ik heb, weet ik veel, een fantasie verwoord, of een angstgedachte, of…

BERRY: O, een fantasie verwoord? Je bedoelt een leugen opgedist. (Hij richt zich op Luuk). En jij… (Denkt na) Jij hebt wat hij allemaal zat op te dissen bevestigd. Jij hebt alles klakkeloos zitten bevestigen.

LUUK: Ja, Frans was ook erg overtuigend. Toen hij het vertelde vielen bij mij ook dingen op z’n plek. Aanvankelijk, dat kun je ook niet ontkennen, zei ik nog dingen als ‘mocht het werkelijk zo zijn dat…’, maar na een paar honderd biertjes in je mik, ben je snel geneigd dingen voor waarheid aan te nemen. Het is een soort verbale maalstroom. Iemand zegt wat, je mompelt ja, en voor je het weet heb je iets bevestigd waarvan je het niet eens wist dat je het wist.

BERRY: Jij hebt verdomme gezegd dat iederéén wist dat die slet van een Sophie zich liet gaarnaaien door die overloper van een Dirk. Dat heb je in geuren en kleuren lopen verkondigen. Jullie hebben heel erg op ze zitten schelden. (Berry steekt weer een sigaret op.)

LUUK: Maar dat heb ik dus gedaan in commissie van Frans.

BERRY: ‘In commissie van Frans…’ Lul toch niet altijd zo debiel, mafkees. (Zich richtend op Frans) EN wat bezielt jou om dat soort dingen te zegen, als ze niet waar zijn, commissaris Frans?

FRANS: Ik weet het echt niet. De drank. Het moment. Ik weet het echt niet. En ik wil je ook mijn gemeende verontschuldigingen aanbieden voor alle… eh… onrust die ik veroorzaakt heb.

BERRY: Wacht. Wachtwachtwacht. Dus eerst vertel je dat mijn ex achter mijn rug om heeft liggen krikken met mijn voormalige beste vriend, en krap vier uur later beweer je doodleuk dat het allemaal maar dronkenmanspraat is geweest? Je kwam anders behoorlijk helder over.

LUUK: Het klinkt allemaal onzinnig, maar zo is het wel allemaal gegaan.

FRANS: Ik heb ongelofelijk zitten ouwehoeren. (Lange stilte.)

BERRY: Weten jullie? (Pauze). Ik geloof jullie niet. Ik denk dat jullie de waarheid hebben verteld en dat jullie er ontzettend van geschrokken zijn dat je mij alles hebt opgebiecht.

FRANS: Nee, Berry, zo is het niet gegaan.

BERRY: Ik denk dat Dirk wel degelijk zijn kleverige drumstok in Sophie heeft gepookt, en dat iedereen dat krampachtig voor mij verborgen heeft gehouden, en dat er een mislukt optreden in Verweggipan en heel veel drank voor nodig was om het aan mij te vertellen.

LUUK: Nee.

FRANS: Ik heb enorm zitten oudeprostituéen. Dat heb ik soms als ik gezopen heb.

BERRY: Neem er nog een, zou ik zeggen. En wat is de reden van dat jullie besloten mij om zeven uur ’s ochtends te wekken om mij jullie leugens op te biechten? Misschien lag ik wel diep mijn roes uit te slapen en energie op te doen voor het optreden van vanavond. (Op dat moment PIEPT de telefoon van Berry. Ze kijken gedrieën naar het toestel).

FRANS: Een sms.

BERRY: Ja, een sms. (Stilte.)

LUUK: Moet je niet kijken van wie?

BERRY: God ja, van wie zou die nou eens kunnen zijn? Ik denk van… Okay, laat me raden. Eh, óf van Sophie. Óf van Dirk. Of misschien wel van allebei, want wie weet liggen ze op dit moment een duetje te neuken.

LUUK: Ik werd dus vannacht uit Nederland gebeld door Sophie. Met de boodschap dat ze net een stroom nogal opgefokte sms’jes van jou had gekregen, met als inhoud dat ze…

BERRY: Een vuile smerige slethoer is. Klopt ja, die sms’jes hebben mijn vriendin Onni haar eerder vannacht gestuurd.

FRANS: En op hetzelfde moment werd in vanuit Nederland gebeld door Dirk, die ook sms’jes had gekregen.

BERRY: Dat hij de vinketering kan krijgen en dat ik hem nooit meer hoef te zien. (Stilte.) En later heb ik hem nog ge-sms’t dat ik alle haren van zijn balzak een voor een epileer als ik hem ooit nog tegenkom. Klopt ook ja.

FRANS: Tja…

BERRY: Tja…

LUUK: Ze zijn daar dus nogal van geschrokken in Nederland. Temeer om het feit dat het… (verheft zijn stem). Helemaal niet waar is. Stel je voor dat Frans mij in een dronken bui verteld dat jij achter mijn rug om met Clea hebt liggen vozen, en dat ik jou dan hyperagressieve sms’jes begin te sturen, terwijl het allemaal onzin is!

BERRY: Ja, maar in dat geval zou het allemaal geen onzin zijn, want ik ben namelijk écht wel eens met Clea in bed beland.

LUUK: Tuurlijk.

BERRY: Nou, dan niet.

LUUK: Leuk onderwerp om grappen over te maken.

BERRY: Wie zegt dat ik een grap maak?

LUUK: Kap eens even. Nee, dat meen ik, hoor.

BERRY: Weet je, jullie vertellen mij – gevoed door alcohol en in een roes van buitenlands succes… (Hoest ironisch) In een persoonlijk openhartig gesprek een volkomen logisch verhaal over wat jullie weten van mijn ex-vriendin en mijn voormalige beste vriend, die toevallig mijn punkband Schaamschurft heeft verruild voor de veel succesvollere formatie Bloedhoest. Prima. Daar zijn we vrienden voor. Dat jullie daarna schrikken van de gevolgen, is jullie probleem. Natuurlijk zijn Dirk en Sophie met elkaar naar bed geweest, God mag weten hoeveel keer, maar wat er nu speelt heeft niet zozeer te maken met hun gekonkelfoes, maar met ons als band. Waarom ging Dirk bij ons weg? Waarom blijven wij ploeteren in de marge? Waarom kunnen we zelfs in Japan, in een uithoek genaamd Fukuoka, geen publiek trekken? En de spleetogen die er zaten hadden meer aandacht voor elkaar dan voor ons.

LUUK: Wat is er tussen jou en Clea gebeurd? (Berry’s mobiele telefoon bliept wederom.)

BERRY: Hé, een sms. Wie zal het deze keer zijn? Dirk? Sophie? Clea, een sms van Clea?

LUUK: Wat een hufterig spel speel jij! Als er ook maar iets tussen jou en Clea is gebeurd, maak ik terplekke van je lul een spleetoog.

BERRY: Vraag maar aan Frans. Frans weet alles. Frans heb ik alles verteld. Frans? En Frans is overigens ook erg verzot op Clea. Toch, Frans? Of vertel ik iets in commissie?

FRANS: Jongens, waar zijn we nu mee bezig? Dit is wijvengezeik. We zijn een band! We zijn on tour. Beeld je in: We zijn in Japan! We staan in Fukuoka! Schaamschurft does Japan! Waar zijn we nu mee bezig? Wat zijn we aan het kapotmaken? (Stilte.)

LUUK: Volgens mij was dat een bevestiging. (Plotseling neemt Luuk een aanloop. Hij sprint op het bed en overmeesterd Berry na een korte schermutseling.)

FRANS: Jongens! Niet doen! Wijvengezeik! Wijvengezeik! (Luuk zit op Berry en houd hem in bedwang, met z’n knieën gezeten op Berry’s armen.)

LUUK: Dit is geen wijvengezeik, dit is rock-‘n-roll. Dit is een punkband on tour. Wat is een popband zonder af en toe eens een onderlinge knokpartij? Wat heb jij… (Luuk slaat Berry met zijn vlakke hand.) …uitgevroten met Clea? Je goddomme verschrikkelijk kwaad maken over Dirk en Sophie, maar ondertussen jezelf vergrijpen aan Clea.

BERRY (Half lachend): Dat was een publiek geheim! Een publiek geheim! Vraag maar aan de commissaris… (Op dat moment gaat Berry’s mobieltje af. De ringtoon horen we nog twee keer overgaan. Luuk neemt aan.)

LUUK: Met Luuk (Stilte.) Nee, met Luuk. He hoi. (Stilte.) Nee die ligt hier onder me (Stilte.) Omdat ik hem overmeesterd heb. (Stilte.) Ik ga zo alle haren van zijn balzak een voor een epileren. (Stilte.) Het schijnt een publiek geheim te zijn dat hij het bed heeft gedeeld met… (Stilte, verontwaardiging). Met Lola?

FRANS: Met Lola?

LUUK: Met Lola, zeg je?

FRANS: Wel godverdomme!

LUUK: Met Lola! Die kan er ook nog wel bij.

FRANS (tegen Berry): Wat heb jij godverdomme met Lola uitgevroten?

(Luuk laat Berry gaan en stapt van het bed. Na een korte worsteling neemt Frans het van hem over. Frans zit nu op Berry.)

BERRY (Half lachend): Vertel jij eerst eens netjes hoe je Clea rectaal hebt opgerekt, zaadlijster. Want je kunt nu wel de schijnheilige hufter uithangen met je fopverhaaltjes over ‘ik weet niet wat voor onzin ik uitkraam als ik gedronken heb’…

LUUK (Tegen de andere kant van de lijn): Nee, Frans zit nu op Berry. Ik geloof niet dat Frans op het ogenblik heel erg blij is met Berry. (Uit de badkamer is Onni gekomen, gekleed in een sexy mantelpakje, roept ze iets in het Japans. Alle drie kijken ze geschrokken naar het meisje.) Eh, Dirk? Ik ga even ophangen. We hebben hier een situatie…

ONNI: What are you doing? What is the problem?

FRANS: Ehm…

LUUK: Berry? Ik geloof dat je vriendinnetje iets van je wil…

ONNI: What is going to happen? Who is going to do me? (In de stilte gapen de jongens elkaar aan.)

FRANS: Eh, jongens volgens mij vraagt ze wie haar gaat doen. (Stilte.)

LUUK: Wie haar gaat doen? Als in: wie van ons drie? Ik bedoel: het maakt haar kennelijk niet uit wie het wordt, als iemand de taak maar vervuld. Oh boy, wat is het toch fijn om een popartiest te zijn

BERRY: Ik sla even over. Mijn hoofd staat er echt niet meer naar. Gaan jullie maar.

FRANS: ‘Gaan jullie maar.’ Wat een opofferingsgezindheid plotseling. Gaan jullie maar. Noem me ouderwets, maar ik wil wel graag weten hoe iemand heet, voordat we samen kinderen gaan maken.

LUUK: Ze heet Onni.

FRANS: Ja, en toch laat ook ik Onni aan me voorbijgaan. Ik zou zoiets ook niet voor Lola kunnen verzwijgen.

LUUK: I’m sorry, Onni. Thank you for your kind offer, and don’t feel offended, but neither of us is going, eh… take advantage of you.

ONNI: You don’t do me?

FRANS: No, we are not doing you. You are a very nice girl, but…

ONNI: And who is going to pay me? (Stilte.)

FRANS: Pay you? (Tegen de anderen) Wat is het, een temeier? Sinds wanneer laten groupies zich betalen? (Stilte.)

LUUK: Ik geloof niet dat ze een groupie is.

FRANS: Wat? Godverdomme, Berry. Heb je een cal girl laten komen? Jezus, Bertold, waar ben je nou mee bezig? Dit slaat toch nergens op?

BERRY: Ja! Weet ik wat ik doe in mijn verdriet?

ONNI: Can I have money now?

FRANS: Nou lul, betaal haar maar. Hoeveel kost een prostituee tegenwoordig?

BERRY: Ik geloof iets van driehonderd dollar.

LUUK: Driehonderd dollar? Wat? Heeft ze fluweel van binnen?

BERRY: Dat zijn gangbare prijzen. Denk ik.

FRANS: Nou, betaal haar dan.

BERRY: Ja, dat wil zeggen: klein probleempje. Ik heb geen cash meer.

LUUK: Geen cash meer. Je hebt geen cash meer? Hoe wil je haar in godsnaam betalen zonder cash?

BERRY: Nou eh… niet. Ik dacht: ik laat een meisje komen, ik doe het met haar op z’n Japans en dan zie ik wel waar het schip strandt en wat de consequenties zijn. In elkaar geslagen worden door een Nippon-pooier en daarbij deze hele hotelkamer compleet verbouwen, zoiets. Leek me heel erg rock-‘n-roll. (Pauze). Ik weet het niet hoe ik haar dacht te betalen.

LUUK: Hou nou toch op, zeg. Heb je dan echt helemaal geen geld?

BERRY: Nee, toevallig niet. Ik heb nog een paar tientjes en toch heb ik dat escortbureau gebeld. Ik dacht: fuck alles, fuck Japan, fuck Fukuoka, fuck Nederland, fuck dit hotel, fuck die kutband van ons, fuck dat overschatte Bloedhoest, fuck Sophie, fuck vooral Dirk, fuck ons socalled management, fuck alles. Ik laat een hoer komen zonder dat ik geld heb. (Stilte.)

LUUK: Wat een ongelofelijk domme eikel ben jij.

FRANS: Wat bezielt jou nou?

BERRY: Moet je horen wat jij nog geen vier uur geleden allemaal zat te beweren! Wat zou jij doen als je te horen kreeg wat ik kreeg te horen. Wat zou jij doen?

ONNI: Listen, I want my money. You want me to call somebody? My boyfriends? (De jongens kijken haar zwijgend aan.)

LUUK: Willen we dat ze iemand gaat bellen? Frans grijpt naar zijn achterzak.)

FRANS: Ik heb nog honderdvijftig dollar.

LUUK (kijkt in portemonnee): Ja, ik ook zoiets. Maar daar moet ik goddomme de rest van de week nog mee doen. En ook een cadeautje kopen voor Clea. (Frans pakt het geld van Luuk en geeft het aan Onni, die het natelt.)

ONNI (Met een lief stemmetje): Okay! Bye bye. Thank you.

FRANS: Bye bye.

(Onni vertrekt. Lange stilte.)

LUUK: Nou, deze kunnen we weer bijschrijven in het grote boek fantastische herinneringen van een punkband.

FRANS: Wat doen we nu?

LUUK: Tja, wat doen we nu?

BERRY: Wat we doen is: we hebben vanavond een optreden. We gaan Fukuoka platspelen.

FRANS: Ja.

LUUK: Maar wat doen we?

BERRY (Pakt de telefoon en drukt een knop in): Roomservice? (Break). Can I order another bottle of champagne? (Break). Yes with three glasses (Break). No three. Because I would like to make a toast with my friends, on our rockband Schaamschurft. Do you know Schaamschurft? No? Same on you! They play in the Yatsumu Youth Centre tonight. And one day we will be very big in Japan.

Eind.

De Vertolking is een initiatief van de Stadsschouwburg Utrecht. Het is de verzamelnaam voor een reeks van voorstellingen op basis van het jaarlijks wisselende thema van de Boekenweek.

Het project begon vijf jaar geleden met de productie Oh, Romeo, naar aanleiding van het thema van de Boekenweek 2002: “Hebban olla vogala nestas”, verhalen en gedichten over de liefde. Het idee was om op basis van dit thema materiaal te verzamelen uit bestaande toneelstukken. De Vertolking moest in de eerste plaats een productie voor de acteurs. Zij gingen zelfstandig aan de slag met een scene. Het leuke daaraan was dat de acteurs de vrijheid kregen om te stoeien met tekstmateriaal zonder de aanwijzingen van een regisseur. Voor de eindregie werd in 2002 Moniek Merkx banderd. Het project werd een groot succes.

Na Oh, Romeo volgden Op leven en dood (regie Paula Bangels, 2003), Perron Geluk (regie Jaap Spijkers, 2004), Spiegelbeeld (regie Sophie Hoeberechts, 2005) en De Vertolking (regie Marcus Azzini, 2006).

De Vertolking, de vijfde en tevens laatste in de reeks vormt de kroon op het project. Na vier jaar te hebben gewerkt met bestaand toneelmateriaal is nu een stap verder gemaakt door ook schrijvers te vragen nieuwe scenes te schrijven.

Muziek: Paul Oomen

Een productie van Stadsschouwburg Utrecht

Spel: Frank van Eck, Bas Keijzer, Kristen Mulder, Servaes Nelissen, Ilse Ott, Stefan Rokebrand, Romana Vrede, Eva Marie de Waal

Dramaturgie: Kim Kooiman

Decor: Marcus Azzini

Licht en techniek: Hans Krepel, Harm Lubbers

Producent: Lydia Swerink

Publiciteit: Anoek Jentjens

Grafische vormgeving: Saskia Oldenburg

Fotografie: Thom Hoffman, Nienke Berghuis, Klaas Koppe, Amber Beckers, Iris Loos, Saskia Oldenburg (repetitiefoto’s)

Drukkerij: Pascal, Utrecht

Verschijningsdatum: maart 2006

Druk: 1ste

Pagina’s: 86

Afmetingen: 15 x 21 x 0,6 cm

Gewicht: 139 gram

Type: Paperback

Inhoud:

  • Martin Bril – Bief en Arie
  • Anna Enquist – De Vertolking
  • Ronald Giphart – Schaamschurft doet Japan
  • Ingmar Heytze – Triesto – suite voor dichter, dj en draaitafels
  • Arthur Japin – Liefdesvoer
  • Manon Uphoff – Duet
  • Marcus Azzini
  • Paul Oomen
  • Colofon