Dit recept komt uit het kookboek Vurrukkulluk (2015) van Ronald Giphart & Mascha Lammes.
Forel is een dankbaar visje: naast het feit dat hij smakelijk vlees heeft dat zich leent voor allerlei bereidingen, is hij ook betaalbaar. Als kind leerden we dat het lekkerste deel zijn wangetjes waren en die peuterden we er dan ook met zorg uit, waarbij we de witte oogjes die je spookachtig aanstaarden probeerden te vermijden. Zoals we hem toen aten, zo eten we hem nog steeds, met amandelen.
Voor 4 personen
Bereidingstijd: ± 20 minuten
INGREDIËNTEN
BEREIDINGSWIJZE
Spoel de forellen goed schoon onder de koude kraan, dep ze droog en bestrooi ze met peper en zout. Schep de bloem op een groot bord en haal de forellen hier doorheen. Verwarm in een grote koekenpan de boter en de olie en bak hierin de forellen mooi bruin en knapperig, reken ongeveer 5 minuten per kant.
Rooster ondertussen in een droge hete koekenpan het amandelschaafsel in ongeveer 4 minuten goudbruin. Blijf de pan goed omschudden zodat ze mooi egaal verkleuren.
Serveer de forellen op een grote schaal, strooi er een flinke laag amandelschaafsel overheen en peterselie en geef er de citroenpartjes naast. Lekker met gebakken krieltjes en de gegrilde slakropjes.