Dit recept komt uit het kookboek Vurrukkulluk (2015) van Ronald Giphart & Mascha Lammes.
De Latijnse benaming voor de vis is pleuronectes platessa, wat onmiskenbaar een welluidender naam is dan scholletje. Het Vlaamse woord is pladijs, wat weer een vervorming is van platessa (oftewel platvis). Hoe het ook zij: gebakken zijn de pladijzen erg lekker, bijvoorbeeld met de ongeopende ingelegde bloemknopjes van de capparis spinosa, oftewel kappertjes.
Voor 4 personen
Bereidingstijd: ± 20 minuten
INGREDIËNTEN
BEREIDINGSWIJZE
Als je bevroren scholletjes gebruikt laat ze dan eerst ontdooien en dep ze met wat keukenpapier droog. Meng in een diep bord de bloem met peper en zout en wentel hier de filetjes in.
Verwarm in een ruime koekenpan de olie met 2 eetlepels van de boter en bak hierin, eventueel in twee keer, de scholletjes aan beide kanten mooi bruin, houd ze warm. Voeg aan het bakvet nog 2 eetlepels boter toe en bak hierin vervolgens de kappertjes met een eetlepel vocht uit het potje en het lente-uitje nog 2 minuten.
Leg de scholletjes op een grote schaal en schenk de botersaus er rijkelijk overheen. Lekker met de aardappelsalade.