Voorafgaand aan de hoofdstukken is het sprookje 'The New Prince in Town' opgenomen, dat romanschrijver Ronald Giphart schreef, met behulp van Gérard van Kalmthout.

De kleine Prince 2

By hans, 28 februari 2016

Wat maakt een project tot een project? In de eerste plaats is dat zijn unieke en tijdelijke karakter. Maar waarschijnlijk herkent u uit de praktijk ook dit kenmerk: projecten hebben de neiging minder beheersbaar te worden naarmate de tijd voortschrijdt. Hoe brengt u daar verandering in?

Om projecten in een veranderende context uit te voeren, hebt u professioneel projectmanagement nodig. PRINCE 2 is een succesvolle projectmanagementmethode waarmee u projecten begeleidt van aanloop tot nazorg. De kleine Prince 2 biedt een uitgebreid overzicht van deze methode. In het boek komt de volledige levenscyclus van een project aan bod. Belangrijke componenten daarin zijn onder meer:

– businesscase
– projectbeheersing
– risicomanagement
– plannen
– wijzigings- en kwaliteitsmanagement.

Voorafgaand aan de hoofdstukken is het sprookje ‘The New Prince in Town‘ opgenomen, dat romanschrijver Ronald Giphart schreef, met behulp van Gérard van Kalmthout. Dit sprookje heeft Ronald Giphart voorgedragen ter ere van de introductie van PRINCE 2 in Nederland, op het Pink Elephant-seminar ‘Projecten managen = Omgeving managen’, 18 juni 1997, Paleis ’t Loo te Apeldoorn.

Lees het sprookje van Ronald Giphart hier:

The New Prince In Town

Er was eens een klein, maar evengoed erg blits Prinsdom. De inwoners van het landje waren onvoorstelbaar hip: ze belden elkaar met hippe draagbare telefoons. Ze stuurden hippe brieven per fax en e-mail. Ze volgden de Parijse en Milanese modehuizen nauwgezet. Ze luisterden naar hippe hiphop. En ook de liefde bedreven zij op een enorm hippe manier.

De Prins van het Prinsdom gedroeg zich daarentegen niet hip, sterker nog, hij was van de klassieke stempel. Dat had met oude koninklijke normen en waarden te maken, daar kon hij niets aan doen, zo was hij opgevoed. Als hij ’s ochtends naar de bakker ging, liet hij zich – gekleed in een maillot en pofbroek – brengen in een gouden koets getrokken door een span Arabische paarden. Hij verstuurde zijn met bordeauxrode lak verzegelde post per koerier. Telefoneren deed hij niet. En ’s avonds lag hij niet onder een hemeldekbed, maar sliep hij gewoon met zijn handen boven een wit laken en twee geblokte dekens.

onhippe puntschoenen en flambards…

De Prins vond het bijzonder vervelend dat zijn vingers niet rustten op de hartenklop van de tijd. Goed, hij werd door zijn onderdanen met verschuldigd respect behandeld, maar toch merkte hij dat zij achter zijn nogal fors uitgevallen rug de draak met hem staken. Als ’s avonds de enige Trendy Club van het landje weer volstroomde met frisse jeugd en leuke mensen, keek de Prins uit het raam naar de stoet ultrakorte rokjes en felgekleurde topjes die aan het paleis en zijn neus voorbijging. Dan slikte hij en berustte hij terneergeslagen in zijn lot: dat hij vroeg moest gaan slapen om zich voor te bereiden op een drukke werkdag.

Er mag trouwens niet licht worden gedacht over zo’n werkdag van de Prins. Al bij het eerste ochtendgloren diende hij op te staan om met een lakei een weloverwogen keuze te maken uit de royale collectie onhippe punt schoenen en flambards. Ontving hij die werkdag een ‘bevriend gekroond hoofd’ of werd hij geacht ergens een krans te leggen, dan moest zijn uitdossing sober maar stemmig zijn. Werd hij echter uitgenodigd een lint door te knippen of de kleuterschool te bezoeken, dan was het gebod: stemmig maar sober.

het Prinselijk Protocol…

Na een licht ontbijt werd de Prins geacht zich aan zijn verplichtingen te zetten. In het Prinselijk Protocol (het P.P.) was zijn taakomschrijving duidelijk vastgelegd: ’s ochtends moest hij zich geïnteresseerd laten informeren door de landelijke middenstand en lichte industrie over hun fascinerende bedrijfsvoering, externe communicatie en oplopende resultaten (waarbij de Prins zich met zowel directeuren als, honi soit qui mal y pense, loopjongens en ander voetvolk diende te onderhouden).

Daarna zette de Prins zich aan zijn belangrijkste taak van een gewone werkdag: het wakker kussen van alle meisjes in het land. Hij had eens aan één van de bevriende gekroonde hoofden gevraagd waarom juist deze taak tot de prinselijke agenda behoorde, maar zijn collega had hem laconiek geantwoord: ‘Well, frankly, I suppose that’s what Princes do. Here’s how I cope with that rule: I lie back, enjoy and think of England.’ Aan dit advies had de Prins derhalve weinig, te meer omdat het hem voorkwam dat de bevriende gekroonde oren nogal eens lichtzinnig omsprongen met wat Prinsen hoorden te doen.

een kopje thee…

Het wakker kussen van zijn onderdames bleek een taak die de Prins niet –  zoals zijn andere Prinselijke verplichtingen – met de van hem verwachte overgave kon vervullen. Wat hem tegenstond, was het volgende: de meisjes hadden de avond voor het wakker kussen gedanst en geflaneerd in de Trendy Club. Hierdoor lagen zij onveranderlijk een diepe roes uit te slapen, dromend van zwampende beats per minute en hippe jongens.

Het was op zijn vriendelijkst gezegd een even confronterende als onaangename ervaring deze meisjes te moeten kussen. De meesten hadden  overigens de neiging hun royale wekker uit te slaan. Anderen werden wel meteen wakker, maar verlangden dan vaak dat de Prins even een kopje thee zette of een paar sinaasappels uit perste. Aangezien het Prinselijk Protocol (het P.P.) voorschreef dat de Prins bij zijn Volk niet arrogant mocht overkomen, voerde hij de opdrachten van de meisjes onverdroten uit.

staatspaperassen…

Na zijn langdurige wekrondes (hij versleet twee Labellosticks per dag) kwam hij uitgeput ten paleize, om zich de verdere avond louter bezig te houden met het tekenen van wetten en staatspaperassen (waar hij constitutioneel niets over te zeggen had), terwijl zijn gedachten eigenlijk uitgingen naar de honderden ultrakorte rokjes en felgekleurde topjes die hij die dag over evenzoveel meisjesstoelen had zien hangen. Zou dan geen van  die meisjes mij zien als een mens, en niet als wandelende wekdienst, vroeg de Prins zich geregeld onbenoembaar verdrietig af.

Hoe onterecht, want de Prins wist niet van één meisje, Roosje, dat kort daarvoor met haar hippe vriendinnen over de Prins had gesproken. Is het niet vreemd dat hij ons altijd wekt en brood roostert en eitjes kookt en kiwi’s schilt, maar dat hij nooit een aardig woord krijgt? – had ze gevraagd. Heeft iemand van ons hem ooit bedankt voor al die moeite? Er was een lachsalvo gevolgd op deze vragen, waarna Roosje had gedaan alsof ze maar 
een grapje had gemaakt. Toen de andere meisjes gillend van de lach de kleren van de Prins bespraken, had zij moeten toegeven dat die pofbroek en die aandoenlijke maillot inderdaad mallotig waren.

scambled eggs, perzikthee, crackers, filet américain en de ochtendkrant…

Toch liet de Prins haar niet los. En waarom wist ze ook niet, maar op een dag leende Roosje de wekkerradio van haar ouders om de volgende morgen de Prins voor te kunnen zijn. Hoewel ze moeite had om op te staan zonder kus, wist ze zich uit haar twijfelaartje te wringen.

Voor de Prins werd het één van de vreemdste ochtenden van zijn leven. Hij deed de deur van Roosjes kamer open en zag een leeg bed. Even bleef hij in de deuropening staan staren, maar toen bereikte de geur van verse koffie zijn neus. Wat was hier aan de hand? De Prins overzag de kamer en ontwaarde in een hoek een breed glimlachende Roosje. Ze liep naar hem toe en kuste hem op zijn mond. ‘Goedemorgen Prins’, zei ze zacht, waarna ze hem wees op een tafel met scrambled eggs, perzikthee, crackers, filet américain en de ochtendkrant.

(het P.P.), dat voorschrijft hoe…

‘Ik dacht: laten we de boel eens omdraaien’, zei Roosje, terwijl ze de Prins met zachte drang op een stoel wist te krijgen. ‘Ik wilde U gewoon eens een keer bedanken voor al de keren dat U mij heeft gewekt.’

Compleet flabber gegast en gebaffeld zette de Prins zich aan het maal. Hij tikte een eitje en een warm gevoel stroomde door zijn a’dren.

Mag ik U eens iets vragen?’, zei Roosje opgewekt, terwijl de Prins een derde stukje ontbijtkoek besmeerde met boter. ‘Niet om U te plagen, maar waarom heeft U toch altijd die ouderwetse kleren aan? Waarom praat U zo 
bekakt en waarom zien wij U nooit in de Trendy Club?’

De Prins haalde vertwijfeld zijn schouders op.

‘Dat komt door het Prinselijk Protocol (het P.P.), dat voorschrijft hoe ik me moet gedragen. En daarin staat niets over de Trendy Club, zodat ik me daar ook niet kan vertonen, lijkt me.’

‘Ach wat!’, riep Roosje…

‘Wat een onzin, Prins. U bent toch de baas? Dan verandert U dat Protocol toch gewoon. Weet U wat? Ik neem U vanmiddag mee naar de boetiek in de stad en dan doen we eerst eens wat aan die panty en dan zoeken we daarna iets anders voor Uw oefenbroek.’ ‘Maar dat kan toch niet!’, wierp de Prins wanhopig tegen. ‘Ik moet mijn ronde afmaken. Er moeten nog vierennegentig meisjes worden wakker gekust.’

‘Ach wat!’, riep Roosje. ‘Dan slapen ze maar gewoon eens lekker uit. Daar zitten zij heus niet mee.’

een Roosje.

Die middag nam Roosje de Prins mee op sleeptouw, naar de boetiek, de kapper, de hippe schoenenwinkel, de Primafoon, de Internet-provider, de cd-winkel en andere geinige funshop-locaties. Die avond heeft de Prins zich 
niet met het tekenen van wetten en staatspaperassen beziggehouden. Geïntroduceerd door Roosje heeft hij een paar uur op de dansvloer van de Trendy Club gestaan. Vele meisjes keken naar hem, sterker nog, er werd heftig met hem geflirt.

En later die nacht heeft de Prins zich zelfs laten verleiden achter de draaitafels plaats te nemen. Door de house-dj werd hij bij zijn optreden aangekondigd als DAVBAP, De Artiest Voorheen Bekend Als Prins. En hier eindigt het sprookje van de Prins die werd wakker gekust door een Roosje.

Eind.

Van dit handboek is ook een Engelstalige vertaling beschikbaar, ‘The Little Prince 2’. Echter hebben ze het sprookje van Giphart niet vertaalt.

Titel: De kleine Prince 2

Subtitel: Gids voor projectmanagement

Schrijver: Mark van Onna & Ans Koning

ISBN10: 9012121191
ISBN13: 9789012121194

NUR: 801 & 982

Jaar: oktober 1997

Druk: Derde herziende druk / vijfde oplage, december 2004

Uitgever: Ten Hagen Stam

Ontwerp: p.ascalle Thomassen bNO

Omslag DTP: Room for ID’s

Pagina’s: 144

Pagina’s Giphart: 8, 9, 16, 17, 22, 23, 36, 37, 50, 51, 70, 71, 90, 91, 104, 105, 112 & 113.

Afmetingen: 22 x 13 x 1,5 cm

Type: Hardcover met spiraalband

Hetzelfde verhaal maar dan vertaald in het Achterhoeks staat in Tante Rikie’s onmundig mooie verhalenboek (2014)